Het nieuw ingevoerde onderwijsmodel TOM is al tijden onderwerp van gesprek voor bestuurders, docenten en ervaren studenten. Op de opiniepagina van UT Nieuws ging rector magnificus Ed Brinksma bijvoorbeeld de discussie aan met student Bart Elferdink. Erg interessant, maar uiteindelijk zijn het alleen de eerstejaars die er mee te maken krijgen. Daarom lieten we er gisteren al een paar aan het woord. Vandaag aandacht voor degenen die er écht iets zinnigs over kunnen zeggen: ervaren UT'ers die dit jaar iets anders doen dan vorig jaar. Ze vergelijken het oude vertrouwde met het kersverse TOM.
Vito Böke (22) studeerde vorig jaar nog technische geneeskunde. Dit jaar is hij weer eerstejaars, maar dan bij de opleiding werktuigbouwkunde. Anne-Greeth van Herwijnen (20) volgt nu de pre-master Human Media Interaction, nadat ze vorig jaar nog de bachelor psychologie deed.
Hoe bevalt het na anderhalve week?
Böke: 'Ondanks dat we pas anderhalve week bezig zijn, zit ik er al volop in. Dat is in ieder geval iets dat het nieuwe model teweeg brengt: Ik ben nu al de hele dag bezig met mijn studie. Ik heb minder vrijheid qua tijdsindeling, maar heb het best wel naar mijn zin. Ik denk dat het TOM-model goed is voor mijn cijfers en algehele studievoortgang. En omdat dat is waar ik hier uiteindelijk voor ben, vind ik het wel fijn op deze manier.'
Van Herwijnen: 'Het Twents Onderwijsmodel bevalt goed, maar het is vanaf het begin af aan heel erg veel werk. Er moet meteen op hoog niveau gepresteerd worden. Het voordeel daarvan is natuurlijk wel dat je je nooit hoeft te vervelen.'
Wat zijn de verschillen met vroeger?
Böke: 'Het is heel anders dan ik gewend ben van technische geneeskunde. Uiteraard is de studie heel anders, maar ook de aanpak is totaal verschillend. Het TOM-model is erg schools. Er is meer controle, er zijn meer tussentoetsen en daardoor heb je minder vrijheid. De volgeplande dagen van 8:45 tot 17:30 zorgen er voor dat je ook echt voltijds studeert. Je wordt er een beetje doorheen geloodst.'
Van Herwijnen: 'Vooral dat er veel minder vrijheid is om vakken te volgen. Je moet het voorgegeven stramien volgen. Dit geldt ook voor het inplannen van de tijdstippen waarop je aan dingen wilt werken. Ten opzichte van psychologie heb je bij de eerste module van TOM Informatica helemaal geen vrijheid of zelfstudie meer. Je wordt aan het handje genomen en tegelijkertijd in het diepe gesmeten.'
Is TOM een vooruitgang?
Böke: 'Ja en nee. Ik denk dat het goed is voor de studieresultaten. Iedereen is gemotiveerd om 15 punten te halen, want het is 15 of niets. Doordat iedereen die instelling heeft, blijft de standaard hoog. Ook kom je niet in de verleiding om in te zetten op bijvoorbeeld 'maar' 6 punten per kwartiel. Het nadeel vind ik dat er minder ruimte is voor activisme. De Universiteit Twente staat volgens mij al erg lang bekend om zijn stimulerende rol in deelname aan het studenten-en verenigingsleven. Door TOM zullen studenten minder snel een bestuur of commissie gaan doen dan voorheen. De algemene ontwikkeling naast het studeren komt dus een beetje in het gedrang. Ik heb mijn 'diehard studententijd' met besturen, feesten en commissies al gehad, maar ik kan me indenken dat het voor de eerstejaars erg jammer is dat zij dat deel grotendeels moeten overslaan.'
Van Herwijnen: 'Eerst was ik erg sceptisch over deze verandering. Maar hoe meer ik ermee bezig ben, hoe meer ik merk dat het ook wel leuk is om binnen no-time echt dingen te produceren. Bij psychologie heb ik vooral droge feitjes moeten stampen en nu, na anderhalve week, kan ik gevoelsmatig praktisch al meer dan na mijn eerste jaar psychologie. Dus of het nou echt beter is? Ik weet het niet. Ik denk vooral dat het voor het activisme erg funest is. Je wordt zo volgepland! Maar voor de student an sich is studeren op deze manier misschien wel een leuke reis waarin veel geleerd kan worden. Desalniettemin ben ik blij dat ik er na dit kwartiel niet meer in zit.'
Samengesteld door Cynthia Bergsma en Eymeke Lobbezoo.