Zo’n tweeduizend eerstejaars bachelorstudenten stroomden afgelopen september in, 8 procent minder dan de 2200 van afgelopen collegejaar. Waar de instroom van Nederlandse studenten gelijk bleef, liep het aantal internationale studenten terug. Dat heeft volgens hoofd Marketing Irene van der Ploeg niet zozeer te maken met de politieke internationaliseringsdiscussie. ‘Het zou mee kunnen spelen, maar het effect zal gering zijn geweest. Iemands studiekeuzetraject beslaat doorgaans anderhalf tot twee jaar, dus dan zouden we die effecten in september 2024 moeten merken.’
Het aantal Nederlandse studenten bleef nagenoeg gelijk, waarvan de helft uit Oost-Nederland afkomstig is. Van der Ploeg ziet dat de inspanningen van de UT in het westen van Nederland – onder andere via de samenwerking met de VU – hun vruchten afwerpen. ‘Tot onze tevredenheid nam het aandeel studenten uit het westen van Nederland met vijf procentpunten toe. De UT zet volop in op het vergroten van haar naamsbekendheid onder studenten in dat deel van het land.’
Twente Pathway College
Het aantal Europese studenten liep echter iets terug, met 4 procent. Met name door minder Duitse studenten (minus 16 procent). Maar de grootste terugloop zit bij de studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Dat aantal liep met 40 procent terug.
Dat is volgens Van der Ploeg te verklaren door een teruggelopen doorstroom uit het foundation year dat vanuit Twente Pathway College/Navitas wordt aangeboden. Dat blijkt ook uit de cijfers van Twente Pathway College zelf; de afgelopen jaren stroomden steevast zo’n 200 studenten door naar een UT-opleiding, afgelopen september was dat een aantal van 54.
Volgens Van der Ploeg werft de UT bachelorstudenten niet buiten de EER. ‘Dat is een keuze geweest, dat we die internationale instroom voor de bachelor bij Twente Pathway College beleggen. Voor de masterstudenten hanteren we een andere strategie. De vraag van het ministerie van OCW om terughoudend te zijn met het werven van internationale studenten richt zich voornamelijk op de bachelorinstroom en minder op masterstudenten.’
Doorstroom naar masters
Ook het aantal masterstudenten loopt terug, met 5 procent. De UT verwelkomde in september 9 procent minder Nederlandse masterstudenten dan afgelopen jaar. Het aantal internationale masterstudenten steeg juist (binnen de EER), of bleef gelijk. De ‘lichte daling’ is volgens Van der Ploeg te verklaren door minder doorstroom. ‘Van eigen bacheloropleidingen naar eigen masteropleidingen. En vanuit het hbo nam de doorstroom ook iets af.’
Voor het tweede jaar op rij daalt de instroom van de UT, waar die de jaren ervoor groeide. Voor een deel is dat nog zoeken naar verklaringen, aldus Van der Ploeg. ‘We ontvingen minder studenten dan beoogd en dan de vooraanmeldingen lieten zien. Richting de zomer leken we te koersen op een toename van zo’n 11 procent Nederlandse studenten ten opzichte van vorig jaar. We zijn nu aan het onderzoeken waarom het percentage van vooraanmelding naar conversie – dus aanmelding – van zo’n 50 procent naar 43 procent ging. Dat is nu nog niet te verklaren.’
Bekendheid vergroten
Het is volgens Van der Ploeg de bedoeling dat de UT de dalende lijn doorbreekt richting september 2024. ‘De nieuwe marketingcampagne moet daarbij helpen. Die loopt nu en moet ons helpen aan bekendheid bij 65 procent van de Nederlandse scholieren en hbo-studenten. Daarnaast zetten we meer in op schoolbezoeken, gesprekken met schooldecanen en werken we aan onze online vindbaarheid.’
De instroom opkrikken is volgens haar echter geen sinecure met het oog op enkele ontwikkelingen. ‘We weten nog niet welke kant het opgaat met de internationaliseringsdiscussie. En in Nederland zien we demografische ontwikkelingen die niet in ons voordeel werken; het aantal vwo-scholieren met een N-profiel loopt terug, de keuze voor technische studies ook – zelfs bij scholieren met een N-profiel. Maar we hebben studenten veel te bieden, met onze campus, kleinschalig onderwijs, persoonlijke aandacht en betaalbare huisvesting. Die boodschap moeten we breed vertellen.’