Een zogeheten ‘application fee’ van 75 euro voor iedereen zonder Nederlands vwo-diploma die zich aanmeldt voor een UT-bacheloropleiding. Dat wil de UT vanaf komend collegejaar gaan heffen, om het aantal kansarme aanvragen te verlagen. Ook moet het de werkdruk bij het Centre for Educational Support (CES) - de beoordeling van met name non-EU-aanmeldingen kost veel tijd – verlagen. Het college van bestuur nam eind augustus een voorgenomen besluit, woensdag had de Uraad instemmingsrecht.
Drie negatieve adviezen
Even leek het erop dat de raad het voorstel zou afkeuren. Emile Dopheide (Campus Coalitie) somde namelijk meerdere negatieve adviezen op, van Platform International Affairs (PIA), University Committee for Education (UC-E) en Platform Educational Contact Persons. ‘Ook is het lastig om te bewijzen dat dit besluit geen negatief effect heeft op de inschrijving’, aldus Dopheide. Hij liet ook weten dat de raad vindt dat er een te sterke focus ligt op de capaciteit bij CES om voor de ‘application fee’ te pleiten.
Tegelijkertijd zag de universiteitsraad ook voordelen van de komst van inschrijfgeld. Binnen de UT hanteren de faculteiten ET en EEMCS het instrument al langer in masteropleidingen en de uitkomsten zijn positief. Bovendien rekent nagenoeg elke Nederlandse universiteit zulke aanmeldingskosten. De raad stemde daarom voor het besluit van het college van bestuur, maar vroeg om daarin vier elementen mee te nemen. De belangrijkste: een opt-out-optie per opleiding.
Kansrijke aanmeldingen
Rector Tom Veldkamp snapte laatstgenoemd voorstel, maar gaf aan daar niet in mee te willen. ‘Dan kan ik namelijk nu al voorspellen wat er gebeurt: dan zitten we in no-time met heel veel uitzonderingen en dat is niet wat je wil. Bovendien is er al een flinke lijst met uitzonderingen waar studenten voor in aanmerking komen. Ik steun wel het voorstel om dit initiatief samen te monitoren en te evalueren. Dit instrument kan helpen om meer aandacht te besteden aan kansrijke aanmeldingen ten opzichte van kansarmere aanmeldingen.’
Toen college van bestuur en universiteitsraad op één lijn zaten, en laatstgenoemde onder voorwaarden akkoord ging, stelde Dopheide voor om het tarief dan ook maar te verhogen. Van 75 euro naar honderd euro, het tarief dat andere Nederlandse universiteiten hanteren. ‘Het is een beetje raar als wij als enige 75 euro vragen’.
