Twee jaar geleden begon de Erasmus Universiteit aan een omstreden experiment: Nominaal is Normaal. Eerstejaarsstudenten moeten voortaan in één keer al hun studiepunten behalen, zodat ze met een schone lei aan het tweede jaar kunnen beginnen. Ze krijgen bovendien minder herkansingen. Daar staat tegenover dat ze onvoldoendes mogen compenseren met hogere cijfers voor andere vakken.
Eerst probeerde alleen de faculteit sociale wetenschappen het uit. De resultaten logen er niet om. Studenten doorliepen hun studie veel sneller dan voorheen. In één jaar tijd behaalden meer studenten hun propedeuse dan voorheen in twee jaar tijd. Vorig jaar boekte de universiteit vergelijkbare resultaten bij vijf andere faculteiten, aldus een persbericht.
De kritiek van bijvoorbeeld studentenbonden ligt voor de hand: als studenten hun onvoldoendes mogen wegstrepen, is het niveau dan nog wel even hoog als voorheen? Heeft de Erasmus Universiteit de lat gewoon lager gelegd of is er werkelijk iets aan het onderwijs verbeterd?
Daarop weigert de universiteit antwoord te geven. Zij wil wel het rendement van verschillende cohorten studenten vergelijken, maar niet het niveau. Dat zou niet mogelijk zijn, aldus de bestuurders.
Maar stel dat een eerstejaars student vier achten en een vijf scoort: vroeger zou hij die vijf in zijn tweede jaar moeten herkansen, maar volgens de nieuwe regels mag hij zijn onvoldoende wegstrepen tegen een acht. Hij hoeft zich minder in te spannen en haalt, terecht of onterecht, makkelijker zijn propedeuse.
Een simpele vraag is dus hoeveel studenten uit eerdere jaren in één keer hun propedeuse zouden hebben behaald, als de nieuwe compensatieregels al hadden gegolden. Daar wil de Erasmus Universiteit niet naar kijken.
Afgelopen voorjaar leek daar verandering in te komen. Toenmalig rector magnificus Schmidtnoemde zo’n vergelijking tussen verschillende cohorten weliswaar “naïef”, maar beloofde om de berekening eens te maken. Die belofte kwam de universiteit niet na.
Voorheen moesten studenten voor elke toets een 5,5 halen. Nu moeten ze gemiddeld een zes staan en dat is een halve punt hoger. Dat is een van de argumenten die de universiteit gebruikt om aannemelijk te maken dat het niveau is gestegen.