Laurèn en Geeske blikten kort na de race terug op hun succes. ‘We hebben voor de Varsity maar twee keer met een stuurtje geroeid.’
De typische eerste sportvraag: hoe voelen jullie je?
‘Haha, dronken. Normaal drinken wij geen bier maar als je blikt wordt er meestal wel eentje gedronken. Wij hebben net snel een biertje op, na twee kilometer afzien valt dat zwaar. Verder voelt het natuurlijk hartstikke fijn om te winnen!’
Speciaal voorbereid op de Varsity?
‘Nee, eigenlijk helemaal niet. Normaal roeien wij in een vier zonder stuurman- of -vrouw. In deze categorie konden wij echter de Varsity niet roeien, dus hebben wij ons bij de DB4+ ingeschreven. In de weken voor de Varsity hebben wij ook maar twee keer met een stuurtje geroeid.’
Hoe gingen de races?
‘De voorwedstrijd ging erg goed, technisch roeiden wij sterk waardoor wij vrij gemakkelijk als eerste over de finish kwamen. De finale was slechter, technisch roeiden wij minder goed. Het was zwaarder maar gelukkig was het genoeg.’
Verrassing of verwacht?
‘Eigenlijk wel verwacht. Vorig jaar hebben wij niet geblikt waardoor wij in dit veld mee konden doen. Wij waren de enige tweedejaars, de andere boten bestonden uit eerstejaars. Bij de Van Oord Winterwedstrijden zijn wij, in nagenoeg hetzelfde veld, ook eerste geworden. Wij waren het dus wel een beetje aan onze stand verplicht. Maar je moet het dan nog wel doen.’
Is blik op de Varsity specialer dan bij andere wedstrijden?
‘Het is specialer omdat er heel veel over de Varsity wordt gesproken. Zowel binnen de verenigingen als door de pers. Mensen leven meer naar deze wedstrijd toe dan naar andere. De Varsity is ook iets studentikozer dan andere wedstrijden. Het mooie van de wedstrijd is dat je naast je concurrenten ligt. Je weet hoeveelste je ligt. Bij de winterwedstrijden vaar je achter elkaar. Als alle tijden bekend zijn weet je pas de einduitslag.’
Seizoen nu geslaagd?
‘Nee, ons hoofddoel dit seizoen is de vier zonder. De komende wedstrijden zijn allemaal nog erg belangrijk. We hopen op en gaan voor goede resultaten.’