In het ‘Protolab’ zoals de vakgroep Robotics and Mechatronics het lab noemt, komen onder andere drie verschillende 3D-printers, een lasersnij-apparaat en nog enkele andere machines om snel robotonderdelen te maken. Uit de groep komen onder andere de robotvogels en de gasbuisinspectierobot.
Wetenschappers uit de vakgroep van roboticahoogleraar Stramigioli voeren normaal gesproken veel computersimulaties uit. Robots werden eerst tot in de puntjes ontworpen voordat een prototype kan worden gebouwd. Dankzij 3D-printers is het nu ook mogelijk dat onderzoekers robotonderdelen printen om er snel in real life mee te testen.
Op dit moment heeft de vakgroep één 3D-printer. Die draait dag en nacht. ‘Bijna alle robots uit onze groep bevatten 3D-geprinte onderdelen’, aldus onderzoeker Edwin Dertien. ‘Het gebruik van 3D-printers scheelt tijd en je kunt veel meer aspecten van een robot tegelijk testen. Je ziet sneller de praktische implicaties dan in een simulatieomgeving.’