De U-raad stelde woensdag vragen aan het college van bestuur over de integraliteit van TOM-modules. Volgens raadslid en hoogleraar Anton Stoorvogel moeten docenten bij het ontwerpen van modules met steeds meer categorieën studenten rekening houden die enkel delen van modules volgen. ‘Die doen bijvoorbeeld wel de theorie, maar niet het project.’
Dat gaat niet alleen dwars in tegen TOM, betoogde Stoorvogel, het kost docenten ook enorm veel extra tijd.
Moeilijk te verdedigen
TOM-modules bestaan uit 15 studiepunten en zijn in principe ondeelbaar. Je haalt alles of je haalt niets. Maar uitwisselingsstudenten (studenten met een functiebeperking overigens ook) kunnen wel losse onderdelen van modules volgen en met een deel van de 15 studiepunten terugreizen naar hun thuisland.
Is die ondeelbaarheid van modules niet moeilijk te verdedigen tegenover de ‘eigen’ UT-studenten, vroeg de U-raad. ‘De reguliere student ziet dit ook. Die vraagt zich af: waarom mag ik als ik een deel niet heb gehaald niet alleen dat onderdeel volgend jaar overdoen’, aldus Barend Köbben.
‘Ik denk dat we dat goed uit kunnen leggen’, reageerde Ramses Wessel, die de door griep gevelde rector Ed Brinksma verving tijdens de vergadering. ‘Voor onze reguliere studenten maken we immers een optimaal programma.’
‘Dit is ons model’
Is het geen optie om tegen buitenlandse instellingen te zeggen ‘dit is ons model, hier (modules van 15 EC, red.) profileren wij ons mee’, wilde de raad weten. Wessel: ‘Zo wil ik het ook insteken. Ons uitgangspunt blijft integrale modules. Zo bieden we ze ook aan. Pas als dat voor uitwisselingsstudenten niet past, ga je kijken of je aparte module-onderdelen kunt aanbieden.