Aangezien het kabinet in de Eerste Kamer (de Senaat) geen meerderheid heeft, bepaalt die mede de koers van de landelijke politiek. Ook voor het hoger onderwijs moeten de regeringspartijen steeds op zoek naar steun van de oppositie. We zetten voor enkele thema’s de standpunten van politieke partijen op een rij.
Basisbeurs
Het is de grootste verandering in het hoger onderwijs in lange tijd: in september verdwijnt de basisbeurs, wat studeren duizenden euro’s duurder maakt. De opbrengst van deze bezuiniging is bestemd voor de kwaliteit van het hoger onderwijs en studenten mogen twintig jaar langer over hun terugbetaling doen. De rook is opgetrokken, de politieke strijd is voorbij.
Voor: VVD, PvdA, D66 en GroenLinks.
Tegen: CDA, SP, PVV, ChristenUnie, SGP
Inspraak
Al een maand zijn er protesten aan de Universiteit van Amsterdam, waar studenten en medewerkers meer inspraak eisen. Sommige politici juichen de protesten toe, terwijl andere zich afzijdig houden. Binnenkort krijgt de medezeggenschap instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting, hebben de partijen van het leenstelsel afgesproken, maar is dat genoeg?
Meer macht voor medezeggenschap: GroenLinks, D66, PvdA, SP
SP wil de macht van bestuurders graag inperken en staat vierkant achter de bezetters van het Maagdenhuis: de partij heeft pizza’s laten bezorgen en riep iedereen op om slaapzakken te doneren. GroenLinks, D66 en PvdA willen graag een student-assessor in de colleges van bestuur: een student die bij de vergaderingen van bestuurders de stem van studenten kan laten horen en de achterban informeert.
Nu al genoeg inspraak: VVD, CDA, ChristenUnie, PVV, SGP
'Laten we beginnen met het benutten van de ruimte die er in de huidige wet zit', vindt Pieter Duisenberg (VVD). 'Die ruimte wordt nog verre van optimaal benut.' Daar zijn ChristenUnie, CDA, PVV en SGP het in principe mee eens, al willen ze best eens naar de wet kijken.
En de bezetting? 'Die bezettingen zijn zo ongelooflijk jaren zeventig', aldus Harm Beertema (PVV). 'De studenten hebben een punt, maar moet je daarvoor gebouwen gaan bezetten? Maak eerst eens gebruik van alle mogelijkheden die er zijn.' Ook Duisenberg ziet er niets in: 'Tegen de bezetters van het Maagdenhuis heb ik gezegd: slaapzak oprollen en aan de studie.'
Promovendi
Het is vrijwel uniek in de wereld: Nederlandse promovendi zijn geen studenten, maar werknemers. Maar daar komt misschien verandering in. Onvermoeibaar lobbyen de universiteiten om de ‘student-promovendus’ mogelijk te maken. Deze student-promovendus krijgt geen salaris, maar een studiebeurs. Hij loopt pensioen en sociale zekerheid mis, maar universiteiten zijn goedkoper uit en kunnen meer promovendi opleiden. Er komt de komende jaren een experiment met maximaal tweeduizend promovendi. Wie steunt dat experiment?
Voor: VVD, CDA, PvdA, SGP, PVV
De VVD wil student-promovendi liever vandaag dan morgen mogelijk maken. De PvdA ziet er weinig in, maar een experiment kan geen kwaad. 'Ik wil liever dat het werknemers blijven', zegt Mei Li Vos (PvdA). 'We hebben in Nederland een fantastisch systeem. Hooguit zou je als student-promovendus misschien meer vrijheid hebben, omdat je geen rekening hoeft te houden met een werkgever. Maar daarvoor hoeven we niet het hele systeem om te gooien.'
De oppositie reageert verdeeld. De PVV ziet geen bezwaren, zegt Beertema: promovendi zijn mans genoeg om zelf te beslissen of ze met een beurs genoegen nemen en het is goed als er meer promovendi komen. Het CDA wil er ook serieus naar kijken, zegt Kamerlid Michel Rog, 'maar alleen als het extra werkgelegenheid oplevert. De studentpromovendi mogen niet in de plaats komen van werknemer-promovendi, maar moeten een toevoeging zijn.' Ook de SGP heeft weinig bezwaren tegen een experiment.
Tegen: D66, GroenLinks, SP, ChristenUnie
De promovendi komen terecht in 'moderne slavernij', waarschuwt Paul van Meenen (D66) en volgens de SP zullen promovendi op deze manier 'degraderen'. De ChristenUnie is bezorgd over een mogelijke tweedeling tussen promovendi, 'waarbij de ene groep onderwijs mag geven en de andere niet en er een verschil is in onderzoeksprestaties'. GroenLinks is ook 'zeer kritisch'.
Ov-studentenkaart
Hij is een beetje duur, de kaart waarmee studenten goedkoop met het openbaar vervoer kunnen reizen. Nog even en hij kost een miljard euro per jaar. Het CDA zou liever op de ov-studentenkaart bezuinigen dan op de basisbeurs, maar dat is een gelopen race: nu er een leenstelsel komt, wil de partij in elk geval de ov-kaart behouden.
Dus heeft de ov-studentenkaart alleen nog maar vrienden. Iedereen wil hem behouden. 'Sterker nog, wij wilden hem ook voor minderjarige mbo’ers', zegt Mohammed Mohandis (PvdA). En die gaan hem ook krijgen.
Maar het kabinet doet wel een poging tot bezuinigen. Als studenten vaker buiten de spits gaan reizen, wordt de kaart minder duur, is de gedachte. Misschien kunnen onderwijsinstellingen hun roosters aanpassen, misschien zijn studenten ertoe te verleiden om vaker de fiets te pakken. Er is een speciale task force voor opgericht. Als het niet lukt, blijft er minder geld over voor het hoger onderwijs, waarschuwde minister Bussemaker eerder al.
Prestatieafspraken
Het zogenaamde rendementsdenken staat intussen in een kwaad daglicht en de huidige prestatieafspraken met universiteiten en hogescholen liggen onder vuur. Maar die hebben wel veel goeds gebracht, vindt Duisenberg. 'We moeten echt doorpakken', benadrukt hij. 'Doorgaan met de profilering, met de kwaliteitsafspraken en de extra investeringen in het onderwijs. Koers houden, en geen halve maatregelen nemen.'
Andere partijen hekelen daarentegen het afrekenen op bijvoorbeeld studietempo en uitval. De SP wil de prestatieafspraken liever vandaag dan morgen in de prullenbak gooien.
De grote vraag is vooral wat er moet gebeuren als de eerste ronde van prestatieafspraken in 2018 voorbij is. Er zullen dan ‘kwaliteitsafspraken’ worden gemaakt, maar wat voor afspraken zijn dat dan? En waar komen de honderden miljoenen terecht die het afschaffen van de basisbeurs gaan opleveren?
Daarover zullen politici de komende jaren nog vaak genoeg praten. Ook in de Senaat die we op 18 maart indirect, via de Provinciale Staten, gaan kiezen.