Volgens de studenten staat het CvB te ver af van de studenten. Vooral onder de ‘gewone’ studenten ontbreekt duidelijkheid. Rector Ed Brinksma stipte als antwoord het pijnpunt aan dat hij bij dit debat de ‘usual suspects’ weer zag, de actieve studenten: ‘90% van alle studenten vindt het allemaal wel goed, tenzij er echt iets aan de hand is. Dus wat is de representatieve mening?’
CvB voor dummies
Vooral de manier van communiceren vanuit het college kan beter volgens de studenten. Ideeën over een soort ‘CvB voor dummies’-snelcursus voor eerstejaars, een e-mailnieuwsbrief en een Facebookpagina van het CvB kwamen voorbij. Het credo was wel dat de communicatie kort en bondig verpakt moet worden, want ‘lange teksten zijn niet meer van deze tijd’. Brinksma gaf toe dat de vorm van communicatie een belangrijke vraag is.
Naast lange teksten ging het over ‘lange lijntjes’ tussen het college van bestuur en studenten. Het proces van hoe een besluit tot stand komt wordt volgens de studenten niet duidelijk gemaakt. Brinksma reageerde: ‘Besturen is ingewikkeld en daardoor is de taal van het CvB ingewikkeld. Om een boodschap helderder te maken, zouden we het populistischer moeten brengen. Maar dat kan wel voor onbegrip zorgen.’
Invloed Uraad
De studenten zetten ook hun vraagtekens bij de invloed van de Uraad. Neemt het CvB (ongevraagde) adviezen wel over? Collegevoorzitter Van der Chijs droeg de internationaliseringsvisie aan als voorbeeld, die aan was gepast op basis van adviezen uit de Uraad. Brinksma voegde toe: ‘Het is absoluut niet zo dat er geen invloed kan worden uitgeoefend, maar medezeggenschap betekent ook niet direct dat je je gelijk krijgt.’
Het debat eindigde met de stelling of een student-assessor binnen het CvB een goede zaak zou zijn. Daarover waren de meningen in de zaal erg verdeeld, maar gaandeweg de discussie kwam het idee voor een student als schakel tussen het CvB en studenten naar voren. Die student zou dan geen onderdeel uitmaken van het college van bestuur, maar wel het beleid van het CvB uitleggen aan studenten en issues bij studenten kenbaar maken aan het college. Dat vonden de collegeleden ‘zeker geen slechte gedachte’.