‘Mijn ouders en zus wonen in Griekenland. Evenals familie van mijn vrouw. We komen er twee tot drie keer per jaar. Tijdens de zomervakantie of kerst of in de meivakantie. De situatie is momenteel erg slecht. Neem mijn vader. Hij werkte vanaf zijn zeventiende, ging na veertig jaar met pensioen en wordt keer op keer op keer gekort op zijn pensioeninkomen. In de laatste vijf jaar tot zestig procent. En dat terwijl hij nu twintig procent van zijn ziektekosten moet betalen. Iets wat eerder gratis was. Het geeft aan dat mensen aan twee kanten als het ware worden uitgeknepen.’
Gaten vullen
Stamatialis noemt de situatie is Griekenland dramatisch. ‘Het is een grote, complexe crisis die niet in een paar jaar is op te lossen. Het programma om ons land te redden, mislukte. Er is veel bezuinigd in de publieke sector. Mensen werden ontslagen, maar vonden geen baan terug. Een toename van de werkloosheid is het gevolg. Geen inkomen, betekent dat je minder kunt besteden. Dat heeft weer gevolgen voor de economie. Die kromp. Daarnaast is veel geld ingezet om de banken en instituten te redden, om daar de gaten te vullen in plaats van investeringen te doen in het land zelf.’
Twijfel over privatisering
Een nieuwe stap is nodig. Dat zestig procent van de Grieken nee zegt tegen de hervormingsplannen van de geldschieters, begrijpt Stamatialis. ‘Het is een niet uitvoerbaar plan.' Of privatisering van bijvoorbeeld banken of vliegmaatschappijen de oplossing is, betwijfelt hij. ‘Veel externe interesse zou er niet voor zijn en mocht dat wel zo zijn, dan krijg je in deze situatie nooit de prijs die het werkelijk waard is.’
'Een politieke unie is nodig'
Volgens Stamatialis is meer visie nodig, op de langere termijn. ‘De Europese Unie kan het niet maken om alleen in goede tijden er te zijn en niet in de slechte tijden en zeggen dat iets een probleem is van het land zelf. Neem de illegale immigranten. Het is geen EU-probleem zolang vluchtelingen in Griekenland blijven, meent de EU.’ Maar zo werkt het niet volgens de hoogleraar. ‘De Europese Unie zou niet alleen een economische unie, maar ook een politieke unie moeten zijn als het gaat om dergelijke problemen.’