Op 10 oktober 1995 werd telefooncentrale PABX MD-110 voor het eerst in dienst genomen, vertelt Martin Bosker van ICTS. ‘Dit heette eerst het PTT-gebouw, waar de telefooncentrale boven stond en hier beneden de accuruimte. De technologie is kleiner geworden, waardoor we nu alleen nog beneden de telefooncentrale hadden. Boven staan nu de servers die zorgen voor de verbinding met Lync.’
Draad trekken
Bosker legt uit dat oproepen binnenkwamen via zogeheten LIM-modules (‘het hart van de telefooncentrale’). Er konden zo’n 300 aansluitingen gekoppeld worden per module. Via koperen kabels vanuit het Seinhuis gingen die oproepen naar de kelders van gebouwen, waarna ze uiteindelijk terechtkwamen bij de telefoonaansluitingen van gebruikers.
‘Bij iedere nieuwe aansluiting moest apart een draad getrokken worden’, omschrijft Bosker het arbeidsintensieve proces. ‘Zowel hier in de telefooncentrale, als op locatie. Dat hebben we jarenlang zelf beheerd, in samenwerking met studenten.’
‘Complexer dan gedacht’
Met het uitschakelen van de analoge telefooncentrale, is de UT nu definitief overgegaan op digitaal, in de vorm van Microsoft Lync. ‘Daar ben ik groot voorstander van’, zegt ICTS-directeur Jan-Laurens Lasonder. ‘Lync gaat ons helpen met bijvoorbeeld nieuwe manieren van werken, op flexibele plaatsen. Ook de manier van vluchtig communiceren kan nog sneller met behulp van de chatfunctie.’
‘Overgaan op Lync was complexer dan gedacht’, geeft Lasonder toe. ‘Je loopt gaandeweg de implementatie van een analoge naar een volledig digitale omgeving toch tegen onverwachte dingen aan, zoals het achterhalen van alle lijnen. Denk ook aan de koppeling met het alarmnummer en telefoons in liften en in laboratoria waar telefoons moeten werken als de stroom is uitgevallen. Als oplossing daarvoor zijn een aantal lijnen analoog gehouden, waarna in de servers in het Seinhuis de koppeling naar digitaal plaatsvindt.’
Robuuster
ICTS beschikt nu over twee datacentra, om stabiele telefoonverbindingen op de UT te garanderen. Servers staan zowel in het Seinhuis als het Teehuis (achter de Zilverling). ‘We hopen dat de verbindingen hierdoor robuuster zijn’, zegt Lasonder. ‘Tegelijkertijd is de techniek ook complexer en daardoor storingsgevoeliger geworden.’
Lasonder onderstreept de intentie om in te blijven zetten op stabiliteit en ondersteuning van de gebruikers. Deze middag was het echter tijd het afscheid van de oudgediende telefooncentrale die zijn laatste adem uitblies. Tuut. Tuut. Tuuuuuuut.