Universiteiten hebben opvallend veel tijdelijk personeel, een situatie waar de VAWO al langer tegen strijdt. Maar door sommige onderdelen van de nieuwe wet, die een einde moet maken aan de wildgroei van tijdelijke contracten, zouden wetenschappers nog veel verder van huis zijn.
Als een onderzoeker bijvoorbeeld met zwangerschapsverlof gaat, staat de nieuwe wet verlenging toe van slechts drie maanden. Onhandig, want vrouwen gaan vier maanden met zwangerschapsverlof. Dat is in andere sectoren geen probleem, omdat collega’s over het algemeen kunnen inspringen. Maar het onderzoek van een wetenschapper ligt stil als die er zelf niet is.
Knutselcontracten
Ook maakt de vakbond zich zorgen over de toename van het aantal ‘knutselcontracten’ waarmee universiteiten de aangescherpte regels zouden omzeilen. Werknemers krijgen in zo’n geval een vast contract aangeboden met een klein aantal uren. Voor de overige dagen krijgen ze alsnog een flexibel contract. Daardoor lijkt het alsof er meer mensen in vaste dienst zijn, terwijl dat in feite weinig voorstelt.
Volgens minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken doen universiteiten dat ‘slechts in zeer beperkte mate’, antwoordde hij eerder op Kamervragen.
Op papier uit dienst
Verder zegt de VAWO dat wetenschappers op papier uit dienst treden, terwijl ze hun werkzaamheden parttime voortzetten. Onderzoekers werken bijvoorbeeld drie dagen in de week, maar krijgen dan in plaats van een contract voor 0,6 fte eerst zes maanden geen contract, gevolgd door een jaarcontract voor 0,9 fte. Ook op die manier zouden universiteiten de regels omzeilen.
Volgende week hoort de Tweede Kamer verschillende organisaties en experts over de gevolgen van de nieuwe wet.