‘Het heeft mij altijd al verbaasd dat er drie technische universiteiten in Nederland zijn’, zei Wennink in Cursor, het onafhankelijke medium van de TU Eindhoven. Hij pleit voor het definiëren van competentiegebieden en het doorvoeren van specialisatie, zodat de drie technische universiteiten elkaar niet beconcurreren. Volgens Wennink ‘voor een zakenman heel logisch’.
Het is niet de eerste keer dat Van der Chijs – naast UT-collegevoorzitter ook voorzitter van de 3TU.-federatie – dit geluid hoort. ‘Vlak na mijn aantreden hier zei hij iets soortgelijks en toen reageerde ik eigenlijk al hetzelfde: een interessant idee, maar welk probleem lossen we eigenlijk op?’
Ranglijsten
Een fusie van Delft, Eindhoven en Enschede is volgens Van der Chijs niet bepaald wenselijk. ‘Kijk allereerst naar het gegeven dat je een ongelooflijk logge organisatie gaat krijgen’, refereert Van der Chijs aan de discussie die in Amsterdam gaande is over de samenwerking tussen UvA en HvA: twee grote onderwijsinstellingen, met een gedeeld college van bestuur.
‘Stijg je op de ranglijsten? Absoluut, op de korte termijn waarschijnlijk wel’, zegt Van der Chijs. ‘Maar op de lange termijn is dat maar zeer de vraag.’
Menselijke maat
‘We zijn kleinschalig’, vervolgt Van der Chijs. ‘Die menselijke maat, bijvoorbeeld in overleg en in ons onderwijs, zouden we niet snel willen opgeven.’ Daarnaast hebben de drie Nederlandse technische universiteiten volgens Van der Chijs ieder een eigen onderscheidend profiel en hebben vooral de bacheloropleidingen ‘nadrukkelijk ook een regionale functie’.
‘Eigenlijk zijn we hier in Twente alleen een beetje uitzondering op de regel’, duidt Van der Chijs op de verhoudingsgewijs hogere landelijke dekking ten opzichte van de regionale instroom.
Internationaal
‘Wennink pleit in essentie voor verdergaande samenwerking tussen de drie universiteiten’, stelt Van der Chijs. ‘Zowel qua onderwijs als qua onderzoek wordt in 3TU.-verband al veel samengewerkt en we zien dit alleen maar toenemen.’
In die samenwerking is nog genoeg te winnen, stelt Van der Chijs. Met name op het gebied van internationale profilering. ‘Nu ga je vaak met een individueel aanbod naar buitenlandse universiteiten. Gezamenlijk zouden we daar sterker in staan.’ Ook ziet Van der Chijs potentie in het verdelen van studenten (‘In Delft zit werktuigbouwkunde aan de maximumcapaciteit, wij hebben dat probleem niet’) en meer onderzoekssamenwerking.
Slagkracht
Maar dat is ook iets dat de overheid kan stimuleren, vindt de UT-collegevoorzitter. ‘De overheid heeft de laatste tijd ontzettend veel geïnvesteerd in het tech-minded maken van de jeugd. De instroom neemt bij de technische opleidingen erg toe, maar de hoeveelheid geld blijft achter.’
Van der Chijs vervolgt: ‘Daar pleit Wennink ook voor, het aanbieden van goed en hoogwaardig technisch onderwijs. Meer geld betekent meer slagkracht. Wil je je als land echt nadrukkelijk technisch profileren, dan moet je daar de middelen voor aanbieden.’