‘Het voelt alsof de afgelopen jaren als een nachtkaars uitgaan’, verzucht Victor van der Chijs in de laatste week van zijn collegevoorzitterschap. ‘Ik wilde zo graag de dingen samen met collega’s afsluiten, en ik had willen vertrekken met een knal. Als ik ooit wegga, riep ik tijdens mijn eerste maand als UT-bestuurder, dan geef ik een groot feest voor alle studenten en medewerkers. Dan gaan we samen swingen op het Ganzenveld. Dat is toch veel beter dan een saai afscheidssymposium.’
Van der Chijs had zelfs al een hoofdact in gedachten. ‘Ooit van George McCrae gehoord? Het is een Amerikaanse soulzanger die in de jaren 70 een hit scoorde met Rock Your Baby. Tot mijn stomme verbazing zag ik tijdens een uitzending van de Top 2000 dat hij in Nederland woont. Ik maakte direct een mental note: McCrae nodigen we uit voor het afscheidsfeest.’
Een Amerikaanse soulzanger die vijftienduizend UT’ers doet swingen in het lentezonnetje: het is een prachtig beeld, maar ook volstrekt onhaalbaar vanwege de coronacrisis, weet de collegevoorzitter. ‘Ik vraag me wel eens af hoe we over twee jaar op deze periode terugkijken. Misschien zijn sommige dingen die we nu doen – of juist niet doen – met terugwerkende kracht totaal belachelijk. Maar dat zeg ik zonder waardeoordeel: ik stel de maatregelen zeker niet ter discussie.’
'In dit coronajaar kon ik opeens niet meer vertrouwen op mijn intuïtie'
Als collegevoorzitter voelde Van der Chijs zich het afgelopen coronajaar ‘ernstig gehandicapt’ door het gebrek aan fysieke interactie. ‘Ik ben een intuïtieve bestuurder. Ik kijk naar lichaamstaal en luister goed naar wat er gezegd wordt bij de koffieautomaat. Helaas merk je daar via een cameraatje weinig van. Opeens kon ik niet meer vertrouwen op mijn intuïtie. Ik moest ingrijpen. Nu kom ik vaker naar de campus en bel collega’s soms onaangekondigd op. Gewoon om te voelen wat er speelt.’
Ambitie
‘Het zijn rare tijden’, concludeert de vertrekkend collegevoorzitter. Op een bankje bij de Horstvijver blikt hij terug op acht jaar Universiteit Twente. Na een carrière bij onder meer ING, Schiphol en architectenbureau OMA, begint in 2013 het UT-avontuur. ‘Je ambitie mag best een beetje pijn doen’, zegt hij tegen UT-Nieuws (de voorloper van U-Today) in zijn eerste interview als collegevoorzitter. ‘Als je werkelijk een excellente organisatie wilt zijn die haar plaats claimt in het bestel, moet iedereen daar keihard mee bezig zijn’, valt verderop te lezen.
Na acht jaar denkt Van der Chijs er nog steeds zo over. ‘Volgens mij is het ook de norm die de UT zichzelf stelt. Ik zeg dit overigens wel met mixed feelings. Ja, ambitie mag best een beetje pijn doen, maar een van de grote issues in de academische wereld is de hoge werkdruk. Toch moeten we als relatief kleine universiteit hoge doelen stellen om maatschappelijk relevant te blijven. We liggen ver van het machtscentrum in Nederland en de focus van de media. De UT zal altijd net iets slimmer, eerder en beter moeten zijn dan de rest. Ik ken ook weinig mensen op de UT die zeggen: het zal mijn tijd wel duren. Medewerkers en studenten zijn ontzettend begaan met de UT. Niemand wil aan een middelmatige universiteit werken of studeren.’
'De alwetende voorzitter bestaat in mijn optiek niet. Ik geloof sterk in collectieve intelligentie, waarbij je gezamenlijk test, weegt en proeft wat de beste oplossing is'
Hoewel UT’ers volgens hem gecommitteerd en ambitieus zijn, mogen ze best nog wat hoger van de toren blazen, stelt hij. ‘Het is ook een beetje de lokale volksaard. Er wordt hier niet snel iets geclaimd. Dat geldt trouwens ook voor wetenschappers in het algemeen. Maar voor financiering en het binnenhalen van projecten is het juist zaak om dingen te claimen, om dingen naar je toe te trekken. Daarom probeerden we in de afgelopen jaren om de zichtbaarheid van de UT te vergroten. Het is ook de reden waarom we Strategic Business Development (SBD) hebben opgericht. SBD moet voortdurend aan de deuren van overheden, bedrijven en consortia rammelen om opdrachten en financiering binnen te halen. Ik ben ervan overtuigd dat SBD een belangrijk effect gaat hebben op onze tweede en derde geldstromen. Zij gaan ervoor zorgen dat we op de eerste rij komen te zitten.’
Foto: Victor van der Chijs bij een nieuwjaarsbijeenkomst in 2015 (door Gijs van Ouwerkerk)
Trots
Ook het DesignLab, dat tijdens zijn voorzitterschap werd opgebouwd, is volgens Van der Chijs bepalend voor de zichtbaarheid van de UT. ‘Vanaf het begin heeft het DesignLab een ontzettend hoge gunfactor. Het is swingend, hip en wordt bijna volledig gerund door studenten. Ik zie het als de plek waar wetenschappers afdalen van de academische Olympus, waar abstracte kennis wordt omgezet in tastbare oplossingen. Dit is ook onze belangrijkste opdracht als universiteit. We willen zo snel mogelijk een positief effect hebben op de wereld om ons heen. Inmiddels zie je in navolging van Twente ook DesignLabs in Eindhoven, Delft en andere universiteitssteden. Dat zegt genoeg.’
Het DesignLab, het Europese consortium ECIU, de nieuwe visie Shaping 2030, het TechMed Centre, de VU-samenwerking en de internationalisering: het zijn projecten waar Van der Chijs met trots op terugkijkt. Die trots geldt ook voor het studentenactivisme op de UT. Met enige verbazing las de collegevoorzitter daarom over de Protest Action Group, een groep studenten die ontevreden is over het UT-beleid, dat volgens hen het studentenactivisme onmogelijk maakt. ‘Eerlijk gezegd reageerde ik vooral geïrriteerd op deze verhalen, want ik begrijp het niet: we hebben het op de UT toch supergoed voor elkaar?’
'In het begin was ik op zoek naar mijn rol als collegevoorzitter; daar heb ik nu geen last meer van'
‘Studentenactivisme maakt deze universiteit uniek’, vervolgt Van der Chijs. ‘Studenten kiezen heel bewust voor Twente. Dat zorgt voor een unieke sfeer op de campus, en voor een uniek type student. Laatst sprak ik opnieuw de minister-president van het Nederlandse studentenkabinet: Timon Metz. Ik zou willen dat ik op die leeftijd zo was als hij. Zo bijdehand, straight forward en slim. Deze studenten wil je als universiteit ‘afleveren’. Het zijn de leiders van de toekomst, en zo lopen er heel veel rond op de UT.’
Teleurstellingen
Van der Chijs heeft een lange lijst met dingen waar hij trots op is. Zijn lijstje met teleurstellingen is beduidend korter. De in 2018 met een ronkende persconferentie aangekondigde onderzoekscampus van UT-alumnus Kees Koolen – die er uiteindelijk niet kwam – staat volgens de collegevoorzitter niet op zijn lijstje met teleurstellingen. ‘Dat was hooguit even slikken. Zoiets hoort bij ondernemerschap. Ik heb er geen nacht van wakker geleden. Bovendien: er gebeuren onder leiding van Jos Keurentjes mooie dingen op het gebied van energie op de UT.’
Een veel grotere teleurstelling, zo stelt Van der Chijs, is het mislukte Technologieakkoord: een breed investeringsprogramma waarin overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen samen een strategie uitzetten voor de lange termijn. Als voorzitter van de 4TU was Van der Chijs een warm pleitbezorger voor dit akkoord. ‘Kennis is onze belangrijkste grondstof als land. Toch zijn we als Nederland gevaarlijk afhankelijk van technologie elders. Neem als voorbeeld de coronapandemie. Nederland – en misschien zelfs Europa – hobbelt achter de rest van de wereld aan. We moeten in Nederland onze eigen toekomst blijven bepalen, en dat kan alleen met een technologievisie voor de lange termijn. Iedereen die ik sprak in Den Haag was het met mij eens, maar het is uiteindelijk niet opgepakt. Daar baal ik van. Nu gaan we wéér iedere vier jaar het wiel uitvinden bij de kabinetsformatie.’
Foto: Victor van der Chijs in een onderonsje met de oud-rector van de Rijksuniversiteit Groningen, Elmer Sterken, tijdens de Batavierenrace in 2019 (door Frans Nikkels)
Voorbijganger
Van der Chijs pauzeert even. Hij pakt zijn tablet met aantekeningen erbij. ‘Ik wil wel benadrukken dat alles wat ik noem echt een collectieve effort is geweest. Zo’n afscheidsinterview vind ik een hele eer, maar na mij komt er weer iemand anders. De UT draait gewoon door. De alwetende voorzitter bestaat in mijn optiek niet. Ik geloof sterk in collectieve intelligentie, waarbij je gezamenlijk test, weegt en proeft wat de beste oplossing is. Op de universiteit doen we dat als CvB en Strategisch Beraad samen met de Uraad. Het samenspel, waarbij je met de medezeggenschap tot de juiste besluiten komt, ben ik de afgelopen jaren steeds meer gaan waarderen.’
Ondernemen
De universitaire besluitvorming staat in contrast met die van het bedrijfsleven, weet Van der Chijs. Bij ING, Schiphol en OMA was hij gewend aan een top down-managementstructuur. ‘Er is minder tijd in het bedrijfsleven. Op een gegeven moment neem je een besluit, dat wordt ook van je verwacht. Zo’n beslissing pakt dan goed of niet goed uit.’ Vooral van het tempo kunnen universiteiten volgens Van der Chijs iets leren. ‘Dat is ook nodig: de universiteiten concurreren steeds meer met het bedrijfsleven, zeker op het gebied van onderwijs. Een doorlooptijd van drie maanden voor een besluit is in het bedrijfsleven echt ondenkbaar.’
'We moeten voortdurend laten zien hoe goed we zijn als UT, want onze positie is zeker niet vanzelfsprekend'
Met Van der Chijs haalde de UT een ondernemer naar de ondernemende universiteit. ‘Het was eigenlijk een atypische keuze, ook voor mijzelf. Soms moet je uit je comfortzone durven stappen. Ik had wel gestudeerd, maar de academische wereld was voor mij verder onbekend terrein. De laatste tijd heb ik regelmatig beschouwende gesprekken met collega’s. Zij zagen dat ik in het begin op zoek was naar mijn rol als collegevoorzitter. Ik vroeg me af waar ik het verschil kon maken. Daar heb ik nu weinig last meer van. Als je weet wat nodig is, ben je ook minder bang om fouten te maken. Het maakt je losser. Ik doe mijn uiterste best, maar ben zeker niet onfeilbaar.’ Hij grijnst. ‘Ik ben ook wat ouder geworden, hè. Dat maakt je comfortabeler met de dingen die je niet kan.’
Toekomst
Begin april vertrekt Van der Chijs naar Deltalinqs, de Rotterdamse ondernemersorganisatie voor de haven en industrie. Hij laat de universiteit naar eigen zeggen ‘in topconditie’ achter. Maar, zo stelt de vertrekkend collegevoorzitter, de UT moet op haar zaak blijven letten. ‘We moeten voortdurend laten zien hoe goed we zijn als universiteit, want onze positie is zeker niet vanzelfsprekend. Ik zei het al eerder: de UT moet drive en ambitie tonen. Dat is waar ik de afgelopen jaren mijn bijdrage aan heb proberen te leveren.’
The English translation of this interview will follow shortly