Hoe komen jullie op een congres in Japan terecht?
Manon: ‘Onze afstudeerbegeleider stimuleert ons om aan congressen mee te doen. Zo stonden we eerder al in Rotterdam, Göteborg en Parijs. Die laatste was de Europese editie van het congres waar we nu heen gaan. Het is een goede manier om ons onderzoek onder de aandacht te brengen. Daarom wilden we graag naar het ISPN, waar van over de hele wereld artsen en wetenschappers naartoe gaan die zich bezighouden met neurochirurgie. We zijn uitgekozen om te presenteren. Wat wij doen is erg vernieuwend, waardoor we al snel ons verhaal mogen doen.’
Waar is jullie onderzoek op gericht?
Guido: ‘Op het verbeteren van de behandeling van craniosynostose, het vroegtijdig sluiten van schedelnaden bij baby’s. De hersenen hebben hierdoor te weinig ruimte om te groeien en drukken tegen de binnenkant van de schedel, waardoor deze misvormt. Craniosynostose wordt behandeld door schedeldakreconstructie, een operatie waarbij artsen delen van de schedel uit elkaar halen en op zo’n manier terugplaatsen dat de schedel weer een normale vorm krijgt. Behandelaars zijn het niet met elkaar eens wat hiervoor de beste aanpak is. Zij snijden en vormen de schedel naar eigen inzicht en voorkeur. En dat willen we veranderen: met de techniek van nu is het niet meer te verantwoorden om het maar gewoon uit de losse pols te doen.’
Een vliegreis van veertien uur voor een presentatie van een paar minuten...wat gaan jullie nog meer doen in Japan?
Manon: ‘We gaan natuurlijk niet alleen even heen en weer om te presenteren. Het congres zelf duurt vijf dagen en voor het begint reizen we in twee weken van Tokio naar Kobe, de stad waar het evenement plaatsvindt. Onze afstudeerbegeleider gaat ook naar Japan en als cadeau voor ons afstuderen neemt hij ons een dag mee op cruise met een chique diner. Ook gaan we de Tateyama Kurobe Alpine Route afleggen, een tocht door de Japanse Alpen waarbij we afwisselend te voet, per bus, met de trein en de kabelbaan reizen. Verder zullen we veel tempels bezoeken, Japanse thee drinken en natuurlijk karaoke zingen!’
Het congres in Japan is een mooie afsluiter van het afstuderen, wat gaan jullie daarna doen?
Manon: ‘Ik ga promoveren bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Ik blijf bezig met neurochirurgie, maar dan op het gebied van beroertes. Met behulp van beeldvorming van de hersenen ga ik voorspellen wat de kwaliteit van leven wordt van patiënten na een operatie om te bepalen of een ingreep de moeite waard is.’
Guido: ‘Ik ga proberen of ik verder kan met mijn afstudeeronderzoek als promotietraject. Daarnaast werk ik als onderzoekscoördinator in het Radboudumc in Nijmegen, waar ik studenten begeleid bij hun stage. Het onderzoek naar de behandeling van craniosynostose staat nog in de kinderschoenen, voor TG-studenten die het een interessant onderwerp vinden en op zoek zijn naar een (afstudeer)stage is er veel mogelijk.