Hoe zijn jullie in de muziek beland?
Ydwer (23, student werktuigbouwkunde, speelt tuba): ‘Ik kom uit Friesland en daar heerst een sterke brassbandcultuur. Een oom van mijn moeder speelde ook nog eens trombone, en dat vond ik ontzettend vet, dus ik kwam al snel bij een kopergroep terecht.’
Niek (20, student technische bedrijfskunde, speelt cello): ‘Zo’n beetje iedereen in mijn familie speelt een instrument, dus het lag aardig voor de hand dat ik ook wat met muziek zou gaan doen. Al snel bleek dat ik een voorkeur voor strijkers had, en dan met name in het lage register. Maar goed, je geeft een kind van zeven ook weer geen contrabas, dus werd het cello. Een oom van mij speelde trouwens ook cello, dus dat paste helemaal mooi.’
Josca (21, student technische geneeskunde, speelt viool): ‘Mijn vader is een enthousiast pianist en had bedacht dat ik ook iets met muziek moest doen. Hij nam me mee naar een muziekwinkel en daar hing een heel schattig klein viooltje. Ik was meteen verkocht. Het helpt trouwens ook dat ik in een muzikale omgeving ben opgegroeid. Dan sta je toch meer voor muziek open.’
Ydwer, tuba is nou niet direct een voor de hand liggend instrument. Vanwaar de keus voor de tuba?
Ydwer: ‘Ik ben begonnen op althoorn, simpelweg omdat daar een gebrek aan was in de brassband waar ik in wilde spelen. Maar ik voelde me bij dat instrument niet thuis, en was er ook niet bijzonder goed in. Toen werd me gevraagd om over te stappen op tuba, en dat heb ik gelukkig gedaan. Opeens zat ik op mijn plek en ging ik met sprongen vooruit.’
Naast het feit dat de tuba nou niet bepaald alledaags is, is het ook niet echt een ‘stil’ instrument. Hoe zorg je ervoor dat je huisgenoten niet helemaal gek worden als je oefent?
Ydwer: ‘Spelen doe ik iedere dag, maar ik probeer te repeteren op momenten dat mijn huisgenoten niet thuis zijn. Als het toevallig zo uitkomt dat ze er wel zijn, dan gebruik ik een demper voor m’n tuba. Die haalt aardig wat geluid weg. En ik oefen af en toe weleens in de Vrijhof.’
Niek en Josca, jullie muzikale samenwerking gaat verder terug dan het NSO, of niet?
Josca: ‘Dat klopt, we hebben drie jaar samen gespeeld in het Amersfoorts Jeugd Orkest, en inmiddels hebben we met nog twee anderen een eigen strijkers ensemble opgericht. We zijn voor Brandthout trouwens nog op zoek naar een altviolist.’
Hoe gaat de tour van het NSO er uit zien?
Ydwer: ‘Op 1 februari gaan we met het orkest op repetitiekamp in Someren en op 12 februari geven we daar onze eerste uitvoering. Daarna spelen we tot en met 21 februari iedere dag op een andere locatie. Op 14 februari spelen we bijvoorbeeld een Valentijnsconcert in het Muziekcentrum in Enschede, en ons laatste concert in Nederland geven we in het Amsterdamse Concertgebouw.’
Niek: ‘Na de Nederlandse tour, doen we trouwens ook nog een korte tour in Londen.’
Josca: ‘Daar doen we ook twee sociale projecten. Eén met basisschoolkinderen en we geven een concert in een verzorgingstehuis. Dat is ook erg leuk, je brengt muziek naar een nieuw publiek.’