Voorafgaand aan de vergadering schreef de raad een brief aan het CvB, waarin stond dat de integratie van de wiskundeleerlijn ‘mislukt’ is. Die conclusies trok de raad op basis van een evaluatie van de leerlijn.
Raadslid Jörgen Svensson lichtte de brief vanochtend toe: ‘We zijn met TOM gestart vanuit het eenvoudige idee om beter onderwijs te geven in de vorm van geïntegreerde modules. En als we geïntegreerd onderwijs aanbieden, moeten we daar studenten geïntegreerd op beoordelen. Dat is de afspraak die we met studenten hebben gemaakt.’
Ernstig
Svensson vervolgde: ‘Ik kan nu niet anders dan vaststellen dat de UT de wiskundeleerlijn de afgelopen tijd niet geïntegreerd heeft aangeboden. Dat vinden we ernstig. Studenten kregen niet waar ze recht op hadden. Maar ze worden er wel op afgerekend.’
Waarom het mislukt is? Volgens Svensson is de keuze gemaakt voor efficiëntie. ‘En niet voor kwaliteit en integratie. De wiskundeleerlijn is onafhankelijk ontworpen van de modules. Integratie heeft bij het ontwerp nauwelijks een rol gespeeld.’
Meer keuze
Rector Thom Palstra reageerde dat inmiddels stappen zijn gemaakt om de wiskundelijn te hervormen. Zo krijgen opleidingen meer keuze in welk wiskundeonderdeel bij een module past. Ook benadrukte de rector dat het ‘heel moeilijk is om voor iedere opleiding alle onderwerpen die aan bod moeten komen ook integraal aan bod te laten komen.’ Palstra zei vervolgens af te willen wachten wat de uitwerking is van de aanbevelingen die zijn gemaakt in de evaluatie.
‘Constructieve oplossing’
Daarmee was de TOM-kous nog niet volledig af voor de Uraad. Zo loopt er ook nog een interne discussie over de OER – de onderwijs- en examenregeling, waarbij de deelbaarheid van modules een knelpunt blijft. Dat overkoepelende onderwerp kwam in deze vergadering nauwelijks aan bod, al zei Melvin Angelovski (DAS) dat er achter de schermen samen met de rector naar een ‘constructieve oplossing’ toegewerkt wordt.
Ook wilde de raad weten of er nog andere elementen zijn binnen TOM die – evenals de wiskundeleerlijn – een evaluatie behoeven. Zo noemde Gert Brinkman (PvdUT) statistiekonderwijs en reflectieonderwijs als mogelijke onderdelen. Daar wilde de rector niet in meegaan. ‘Als er problemen zijn van principiële aard over reflectieonderwijs, dan zou ik dat eerst van de opleidingen willen weten.’
Werkdruk
Tot slot kwam het onderwerp werkdruk ter sprake. Dick Meijer (PvdUT) noemde ‘te veel taken met te weinig personeel’ als kernoorzaak. ‘Als wetenschappelijk medewerker moet je meer studenten bedienen. Tegelijkertijd is de prestatiedruk op het gebied van onderzoek stap voor stap toegenomen.’
Meijer benadrukte dat oorzaken deels te maken hebben met overheidsmaatregelen, maar hij wilde de invoering van TOM niet buiten beschouwing laten. ‘Een van de doelen was 10 procent minder werklast te realiseren. Het lijkt er nu op dat we moeten concluderen dat TOM heeft geleid tot een verhoging van de werkdruk. Het aantal contacturen is toegenomen, docenten hebben meer taken gekregen – vooral op het gebied van coördinatie – en in de praktijk wordt regelmatig getoetst met ook allerlei herkansingen tot gevolg.’
CvB-vicevoorzitter Mirjam Bult erkende dat werkdruk een ‘veelkoppig monster’ is en aandacht behoeft. Ze reageerde: ‘Dit is een brede uiteenzetting, die niet recht doet aan veel gevoeligheden. Ik denk dat we een niveau dieper moeten gaan dan de genoemde oorzaken. Samen moeten we de verantwoordelijkheid nemen om oplossingen te vinden op de werkvloer.’