‘Steeds meer mensen gebruiken apps, smartwatches of stappentellers om data te verzamelen over hun dagelijkse activiteiten. Deze ‘self-tracking’ zorgt voor inzicht in de eigen leefstijl. Een belangrijke eerste stap voor gezond gedrag,’ vertelt Lentferink. Haar promotietraject is onderdeel van het Quantified Self @ Work project, een samenwerking tussen de Hanzehogeschool Groningen, Menzis en de Universiteit Twente. ‘Ook op de werkvloer kan self-tracking worden ingezet. Vooral stress is een relevante variabele voor werknemers.’
Verzuim voorkomen
Stress is een veel voorkomende oorzaak van werkgerelateerd ziekteverzuim. De PhD-student richt zich op het voorkomen van uitval door stress, via de inzet van wearables in combinatie met eCoaching. ‘Stress is fysiologisch te meten. Ik onderzoek of we met wearables inzichtelijk kunnen maken welke situaties op het werk stress veroorzaken en in hoeverre een werknemer daar last van heeft. Op basis van de data krijgen werknemers via hun telefoon of wearable tips en handvatten over hoe ze met de stress kunnen omgaan.’
Hoe de eCoaching er uit komt te zien stemt ze af met de gebruikers en vormt onderdeel van haar onderzoek. ‘Het gaat echt om bewustwording en aanpak van de eerste tekenen van werkstress. Voor werknemers met (kans op) een burn-out is de interventie niet genoeg. Zij hebben meer baat bij persoonlijke begeleiding en krijgen bijvoorbeeld het advies om contact op te nemen met een HR manager.’
Wandelen met wearables
Maar zien werknemers het eigenlijk wel zitten om een wearable te dragen op het werk? Dat onderzocht Lentferink tijdens de Gezonde Week aan de UT in mei 2016. Bij de lunchwandelingen die werden georganiseerd konden medewerkers verschillende wearables uitproberen. Na afloop vulden zij een vragenlijst in over de wensen en behoeften van het gebruik van smartwatches op de werkvloer. Dit geeft haar een eerste inzicht in hoe medewerkers er tegenaan kijken.
Er deden 76 UT-medewerkers mee aan het onderzoek. De meeste van hen staan positief tegenover de inzet van wearables. 64 werknemers beschreven positieve kanten van de technologie. Vooral het bevorderen van de gezondheid en meer bewustwording werden veel genoemd. Tweederde van de deelnemers gaf echter aan dat er ook negatieve kanten zijn. De privacy-gevoeligheid van de verzamelde gegevens werd het meest genoemd. Andere punten waren het gevoel gecontroleerd te worden (door de baas) en dat het dragen van de wearable zorgt voor een extra taak op het werk.
Veilige infrastructuur
‘Privacy is inderdaad een belangrijk punt in mijn onderzoek,’ beaamt Lentferink. ‘De interventie is bedoelt voor werknemers, zodat zij inzicht krijgen in hun eigen stressniveau. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (het bestuursorgaan dat toeziet op het gebruik van persoonsgegevens door organisaties) mogen werkgevers deze data niet inzien, ook niet als een werknemer hier toestemming voor geeft. De informatie van de wearables gaat nu naar een grote centrale server en vanuit daar naar de telefoon. Voor we de interventie op de markt brengen moet er een veilige infrastructuur komen met korte lijntjes, zodat de data direct van de wearable naar de telefoon gaat.’