Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoekt sinds 2003 hoeveel vrouwen tussen 18 en 45 jaar oud binnen een jaar hun eerste kind kregen. Baanzekerheid blijkt daarbij een grote rol te spelen: van de vrouwen met een vast contract werd bijna negentien procent moeder, van de flexwerkers dertien procent.
Bewuster nadenken
Vooral hoogopgeleide vrouwen met een kinderwens wachten vaker tot ze een vaste fulltime baan hebben. Van die groep werd twintig procent binnen een jaar moeder, maar liefst twee keer zoveel als hoogopgeleide vrouwen die voltijds werken met een tijdelijk contract.
‘Vrouwen met een universitair of hbo-diploma denken bewuster na over hun carrière’, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Die willen ze vaak liever eerst goed op orde hebben voordat ze aan kinderen beginnen.’
Teken aan de wand
Opvallend is verder dat de economische positie van hun partner niet of nauwelijks invloed heeft op de keuze van hoogopgeleide vrouwen om moeder te worden.
Volgens Latten is dat een teken aan de wand dat vrouwen voor hun economische positie minder afhankelijk worden van hun partner. ‘Het is wel zo dat mannelijke flexwerkers minder vaak een relatie hebben. Maar als er eenmaal een koppel met tweeverdieners is, hangt de keuze voor het ouderschap steeds meer af van de carrière van de vrouw.’
De demograaf verwacht niet dat vrouwen in de toekomst vaker zullen kiezen voor opleidingen die meer uitzicht bieden op een vaste baan. Alleen al omdat het lastig te voorspellen is welke opleidingen later een vaste baan opleveren. ‘Ik denk eerder dat vakbonden en gezinsorganisaties deze cijfers zullen aangrijpen in de strijd tegen de flexibilisering van de arbeidsmarkt.’
Sta-in-de-weg
Een tijdelijk contract is overigens alleen een potentiële sta-in-de-weg voor vrouwen die nog geen moeder zijn. Wanneer het eerste kind eenmaal is geboren, volgen het tweede kind ook wel, wat voor contract de moeder ook heeft.
Het CBS onderzoekt ook hoeveel zzp’ers binnen een jaar moeder worden. Dat percentage verschilt nauwelijks van vrouwen met een vast contract: achttien om twintig procent.