Een hoogleraar krijgt meer salaris dan een universitair docent en die weer meer dan een promovendus. Vrouwen verlaten vaker dan mannen de wetenschap en die kloof kun je uitdrukken in geld. Maar hoeveel geld precies?
De makers van de nieuwe Monitor Vrouwelijke Hoogleraren komen tot een bedrag van ruim 200 miljoen euro. Een wereld met evenveel mannen als vrouwen in alle wetenschappelijke functies – plus het salaris dat daarbij hoort – ligt nog in de verre toekomst, stellen ze vast.
Verlies
Voor het heden is het wellicht relevanter, staat in de monitor, om te kijken hoeveel vrouwen er uit de wetenschap verdwijnen bij elke stap naar een hogere functie. Dan is het verlies voor vrouwen nog altijd 68 miljoen euro.
In de meest recente telling van december 2016 was slechts 19,3 procent van de hoogleraren vrouw: een groei van 1,2 procentpunt ten opzichte van het jaar ervoor. In dit tempo duurt het tot 2051 voordat evenveel vrouwen als mannen hoogleraar zijn. Ter vergelijking: van alle afgestudeerden is meer dan de helft vrouw.
Universiteiten bezweren dat ze hun best doen om meer vrouwen tot hoogleraar te benoemen, maar oud-minister Bussemaker vond het niet snel genoeg gaan en gaf vrouwen een steuntje in de rug. Ze reserveerde begin dit jaar vijf miljoen euro voor de benoeming van honderd nieuwe vrouwelijke hoogleraren.
Chantage
Dat leek haast een slimme vorm van chantage. De universiteiten krijgen dat geld alleen als ze hun goede bedoelingen waarmaken en in 2020 hun streefcijfers halen. Voor sommige universiteiten wordt dat nog een hele toer. Bovendien tellen die vrouwelijke professoren van Bussemaker daarbij niet mee.
Volgend jaar zullen we zien of het heeft gewerkt. De universiteiten hebben in elk geval méér dan honderd aanvragen bij het ministerie ingediend, laat voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging VSNU vandaag met gepaste trots weten.
Athena’s Angels
De actiegroep Athena’s Angels opperde in 2015 om niet te wachten tot mannen met pensioen gaan en gewoon meer hoogleraren aan te stellen. ‘Het verschil met een universitair hoofddocent is niet zo groot en dan kun je ook wat meer vrouwen benoemen’, zei hoogleraar Eveline Crone. ‘Ik zou niet weten wat er op tegen is, maar er zijn mensen die het aantal hoogleraren liever beperkt houden.’