De buitenlandse student Chris woont in één van de zeven Student Hotels. De keuken is vies, spullen verdwijnen uit de koelkast en dat voor de hoge huurprijs die hij betaalt. Hij is het zat en wil weg.
‘Administratiekosten’
Maar dat gaat zomaar niet, want hij heeft een contract getekend voor tien maanden. Besluit hij toch te vertrekken, dan is hij 350 euro kwijt aan ‘administratiekosten’ en moet hij zeventig procent van de resterende maanden huur doorbetalen. Chris heeft nu iemand anders gevonden voor zijn kamer, maar uit angst dat dit artikel zijn verhuisplannen zal dwarsbomen, wil hij niet onder zijn echte naam zijn verhaal doen.
De Student Hotels mogen zulke eisen stellen want ze gelden niet als ‘normale’ verhuurders: hun bewoners tekenen geen huur- maar een hotelovereenkomst. Ze genieten daardoor geen huurbescherming, zegt advocaat Tanja de Groot, gespecialiseerd in huurrecht.
Hotels moeten wel extra diensten verlenen, zoals bijvoorbeeld het schoonmaken van de kamers of een maaltijdenservice, legt De Groot uit. Wie op de website van het Student Hotel kijkt, ziet dat dergelijke faciliteiten inderdaad geboden worden.
Toch vinden de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en de Woonbond dat de Student Hotels gewoon onder het huurrecht zouden moeten vallen. Studenten wonen immers voor langere periode in de hotels en kunnen zich bij de gemeente inschrijven op het adres van het hotel. De LSVb overweegt een rechtszaak tegen het Student Hotel.
Uitzondering
Advocaat De Groot vindt het een lastige kwestie en kan niet zomaar zeggen of de Student Hotels onder het huurrecht zouden moeten vallen. Huurders hebben het recht om tussentijds op te zeggen. Maar die wet kent wel een uitzondering voor onder meer hotelkamers, vakantiewoningen en slooppanden. En die uitzondering kan ook worden gebruikt voor kamerverhuur aan internationale studenten.
Dat moet ook wel, zegt Kences-directeur Ardin Mourik namens de studentenhuisvesters. Zij maken voor de tijdelijke verhuur van gemeubileerde kamers ook gebruik van zo’n constructie. Internationale studenten blijven immers maar een korte periode, redeneert hij. “Als ze tussentijds weggaan, valt er een gat dat de verhuurders moeilijk kunnen opvullen met andere internationale studenten.” Alleen in uitzonderlijke gevallen mogen zij hun contract vroegtijdig beëindigen, bijvoorbeeld bij ziekte.
Een belangrijk onderscheid met de Student Hotels is dat de studentenhuisvesters zich bij de vaststelling van de huurprijs aan het puntensysteem houden. Ze zijn daar niet toe verplicht, want bij verhuur die onder de uitzondering in de wet valt, hebben huurders geen recht op huurbescherming.
Mourik pleit ervoor om de wet nog eens goed tegen het licht te houden, “juist omdat het allemaal zo ingewikkeld ligt”. Hij zou internationale studenten graag een contract geven waarbij ze niet zomaar tussentijds kunnen opzeggen, maar wél recht hebben op huurbescherming en waarbij dus ook het puntensysteem geldt.
Grijs gebied
“Het probleem is dat er een groot grijs gebied zit tussen de hotels en het huurrecht”, zegt SP-Kamerlid Frank Futselaar. “Eerlijk gezegd vind ik dat deze vorm van huisvesting niet op deze manier zou moeten mogen.”
Hij pleitte samen met Zihni Özdil (GroenLinks) voor een nieuw Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting. Hun motie werd vorige week door de Tweede Kamer aangenomen. Özdil noemt de situatie van Chris “een goed voorbeeld” waarom zo’n plan er moet komen.
Het Student Hotel zegt niet bekend te zijn met de klacht van Chris en kan daarom geen uitspraak doen over zijn ervaringen. Wel stelt het hotel dat de keuken wekelijks wordt schoongemaakt en dat het maatregelen neemt om het schoon te houden. “Wanneer iemand niet tevreden is, willen we het probleem altijd oplossen”, zegt woordvoerder Caroline Riemslag. “Mocht het zo zijn dat iemand echt weg wil, dan kan deze persoon een vervanger voor zijn kamer zoeken. Daarmee vervallen de zeventig procent annuleringskosten.”