Een persoonlijke ERC-beurs of een van de Veni-Vidi-Vici’s, ze komen niet uit de lucht vallen. ‘Er zijn talloze wetenschappelijke awards, zegt Palstra. ‘De grote en bekende, maar ook minder bekende.’ En juist die minder bekende zouden volgens de rector niet onbemind moeten zijn, want kunnen opbouwen op naar een grote prijs of beurs.
Palstra: ‘Iedere prijs die we binnenhalen laat aan de buitenwereld zien waar we goed in zijn. Zo helpt een Simon Stevin-prijs wanneer je een onderzoeksvoorstel indient. Daarnaast zijn prijzen goed voor de carrière van onze wetenschappers. Het is een ideaal middel om je te profileren.’
Onderdeel talentbeleid
Palstra heeft met de decanen een lijst gemaakt met alle voor de UT relevante prijzen. De rector wil vervolgens dat de UT de mensen in kaart brengt die voor die prijzen in aanmerking komen. En dan niet alleen wetenschappers die de aankomende nominatieronde kunnen meedoen, maar vooral ook over een paar jaar. ‘Ik beschouw het prijzenbeleid als onderdeel van het talentbeleid’, zegt hij. ‘Als we vroegtijdig onze talenten koppelen aan prijzen, dan kunnen we een logisch proces opbouwen in de carrière van onze wetenschappers.’
Een comité moet de talenten in kaart brengen en adviseren wie in aanmerking komt voor een nominatie. Die wordt nog gevormd, maar vast staat dat het hoogleraren zijn die gezamenlijk de onderzoeksgebieden van de UT afdekken. ‘Het schrijven en indienen van de nominatie is een tijdrovend proces’, zegt Palstra. ‘Daarom wil ik dat al vroeg iemand verantwoordelijk is, zodat we meer kunnen anticiperen op deadlines.’
Doorsijpelen in organisatie
Uiteindelijk zet de rector zijn handtekening onder deze nominaties. Maar Palstra hoopt dat de werkwijze – het vroegtijdig herkennen van talent – doorsijpelt in de organisatie. ‘Want er zijn nog tal van prijzen en awards die op andere niveaus worden uitgereikt, en waar bijvoorbeeld individuele hoogleraren of faculteitsbesturen iemand kunnen voordragen. En ik zie graag dat we aandacht hebben voor mooie studentenprijzen.’
De rector verwacht dat er een verdubbeling van het aantal prijzen mogelijk moet zijn. ‘Maar dat is niet de belangrijkste drijfveer’, zegt hij. ‘Het gaat me er vooral om dat talenten zich gesteund voelen en weten dat ze door ons herkend worden. We willen ze helpen om succesvol te zijn. Een grote prijs haal je normaal gesproken niet als donderslag bij heldere hemel binnen, daar gaat een heel traject aan vooraf.’