Het is stil, heel stil, in de bestuursvleugel van de UT. Het is ook de eerste week waarin er een ‘dringend advies’ ligt om mondkapjes te dragen in publieke ruimtes. En natuurlijk doen Palstra en Veldkamp dat. Want hoewel thuiswerken de norm is, ontkomen ze er niet aan elkaar zo nu en dan – in het echt – te moeten spreken. Er moeten namelijk dossiers worden overgedragen. Of zoals nu, voor een duo-interview. De mondkapjes gaan pas af als we op een keurige anderhalve meter afstand van elkaar zitten. Palstra zet het raam van zijn werkkamer nog een stukje verder open. Een kille oktoberbries waait ongegeneerd naar binnen. ‘Het is de enige optie om hier te ventileren’, verontschuldigt de dan nog zittend rector zich.
Het moet een rare tijd zijn om nu afscheid te nemen?
Palstra: ‘Dat is het zeker. Niemand had een jaar geleden kunnen bedenken dat we in deze situatie zouden belanden. En de consequenties van het virus zijn enorm. Ik mis de fysieke contacten ook. Ik vind het namelijk ontzettend prettig om mensen persoonlijk te spreken als ik een rondje over de campus wandel. Inmiddels is de hele UT getransformeerd. Het was en is ontzettend veel werk om dat op een goede, gecontroleerde manier te doen. Je moet rekening houden met het aanbieden van hoogwaardig onderwijs, de openstelling van de labs, de contacten in- en extern… De meeste aandacht ging natuurlijk naar het onderwijs. Daardoor was er in eerste instantie minder aandacht voor zaken zoals onderzoek en internationalisering. Alles had te lijden onder het virus.’
thom palstra
De afgelopen vier jaar was Thom Palstra rector van de Universiteit Twente. In die periode richtte hij zich onder meer op beleid voor integriteit, diversiteit, talent en de doorontwikkeling van het Twents Onderwijsmodel. Hij kwam over van de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij naast hoogleraar directeur was van het Zernike Institute for Advanced Materials. Palstra studeerde en promoveerde aan de Universiteit Leiden. Palstra is nu hoogleraar Vaste Stof Chemie bij faculteit TNW.
U nam uw besluit om te stoppen als rector voor de crisis uitbrak. Kunt u zich dat moment nog goed herinneren?
Palstra: ‘Dat besluit rijpte in de kerstvakantie vorig jaar, en was een heel proces. Het was ook een besluit dat ik nam in alle rust, niet in de hectiek van alledag. Ik besloot om na één termijn als rector toch terug te keren naar de wetenschap. Ik kijk met ontzettend veel voldoening terug op de afgelopen vier jaar, maar ik ben een man van de inhoud. Als rector heb je niet altijd de tijd om je te verdiepen in alle dossiers. Voor mij betekende dat niet dat ik er weleens tegenaan liep, het was een continue strijd. Natuurlijk kreeg ik ondersteuning van heel kundige mensen, maar als iemand van de inhoud wilde ik zelf constant tijd nemen om de materie eigen te maken.’
Professor Veldkamp, hoe kijkt u daar als opvolger tegenaan?
Veldkamp: ‘Voor mij ligt het anders. Ik zie besturen als het nemen van beslissingen op basis van de informatie die er op dat moment is. Zo deed ik dat ook als decaan van de faculteit ITC. Soms vergt het dat je koersvast blijft, en soms moet je bijsturen. Dat is een continu proces.’
Palstra: ‘Besturen is ook een bepaalde koers uitzetten en verwachtingen scheppen. Als je een richting uitzet, schep je verwachtingen bij twaalfduizend studenten en drieduizend medewerkers. Dat zie je ook heel duidelijk in deze coronacrisis. Die veertig procent campusbezetting hebben we heel goed gewikt en gewogen. Het was een educated guess: wat is op basis van de anderhalve meter samenleving mogelijk? Je weet dat de behoefte sterk is onder mensen om elkaar fysiek te treffen. Met die veertig procent zetten we een duidelijke stip op de horizon. Dat schept verwachtingen die je niet wilt intrekken.’
tom veldkamp
Tom Veldkamp was de afgelopen tien jaar decaan van ITC. Onder zijn leiding transformeerde het voormalig Internationaal Onderwijs Instituut tot UT-faculteit voor geo-informatiekunde en aardobservatie. Veldkamp studeerde en promoveerde aan de universiteit van Wageningen, waar hij in 2002 werd benoemd tot hoogleraar Soil Inventory and Land Evaluation. Sinds 27 november jongstleden is hij rector van de Universiteit Twente.
Hoe verloopt het inwerken tussen jullie?
Veldkamp: ‘We zien elkaar vooral online en bespreken dan veel dossiers. Van sommigen wist ik al dat ze speelden, andere zijn nieuw voor mij. Het perspectief op zo’n dossier eerst vanuit de faculteit, en nu vanuit het CvB is wel anders natuurlijk. Maar daar heb ik geen moeite mee. Door mijn sabbatical in het voorjaar heb ik letterlijk en figuurlijk afstand kunnen nemen van mijn baan als decaan. Dat was goed voor een stukje bezinning.’
Zijn er bepaalde lessen te leren uit het ambt die nu worden overgedragen?
Palstra: ‘Ik bracht driekwart van mijn werkende leven op een universiteit door. Maar vooral het rectoraat bracht zoveel meer aspecten en inzichten met zich mee waar ik eerder geen kennis van had. Diversiteit vind ik heel kenmerkend voor deze baan; je moet alle kanten van de uni leren kennen. Een universiteit besturen is meer dan alleen kijken naar onderwijs en onderzoek. Zo was ik onlangs betrokken bij de LHTBI-dag. Het invoelen, dat empathische gedeelte, die kant maakt het rectoraat heel mooi. Je moet je echt in alle gemeenschappen van de universiteit mengen als rector.’
Veldkamp: ‘Ik denk dat die menselijke kant belangrijk is. Die moet je op verschillende manieren meenemen en wegen. Het past ook in Shaping 2030. De ambitie die we daarmee hebben, dat vergt een hele cultuurverandering. De crisis heeft daarin ook bepaalde dingen laten zien. Als je ziet hoe een hele gemeenschap reageert, dan helpt dat om te bepalen wat belangrijk is. Thuiswerken blijkt bijvoorbeeld een non-issue. De opvattingen daarover komen ineens in een stroomversnelling. Ik denk niet dat het virus verdwijnt. Corona zal een soort fact of life worden. Er zijn trouwens ook studenten die het fijn vinden, dat studeren op afstand. Ze genieten van hun vrijheid en delen zelf hun dagen in. Dat vind ik ook een les: sommige dingen moet je niet willen besturen.’
Als nieuwe rector, waarin bewondert u uw voorganger?
Veldkamp: ‘De grondigheid waarmee Thom dossiers aanpakt. Ik weet het, ik zit anders in elkaar als bestuurder. Heb er ook minder behoefte aan om helemaal door het proces te gaan. Natuurlijk moet het doorwrocht zijn, en moet je de feiten kennen. Je moet je bewust zijn van bepaalde perspectieven en argumenten. En je doet het niet alleen, je hebt goede ondersteuning en een collegiaal bestuur.’
Is het rectoraat een ‘way of life’ te noemen?
Palstra: ‘Dat denk ik wel. Het is een hele intensieve baan, nog afgezien van corona. Er zijn namelijk zoveel mooie initiatieven binnen de universiteit, dan wil je als rector niet op de rem trappen. Dus het vergt veel van je: veel praten, veel lezen, veel onderweg zijn. Het rectoraat was voor mij de afgelopen vier jaar absoluut een way of life. Maar sinds een half jaar neem ik de zaterdagen vrij en ik lunch – met dank aan het thuiswerken – nu met mijn vrouw. Daar is ze heel blij mee. Ook fysiek vraagt deze baan wat van je. Zo liep ik afgelopen zomer vanuit Keulen naar Metz richting Santiago de Compostella. Dat ging toch minder gemakkelijk dan ik had gehoopt. Wat dat betreft heb ik de afgelopen jaren niet zo goed op mezelf gepast, maar wel vervulde ik het rectoraat met heel mijn ziel en zaligheid.’
Hoe gaat u straks goed op uzelf passen als nieuwe rector, professor Veldkamp?
Veldkamp: ‘Ik herken sowieso veel van wat Thom zegt. Het decanaat is niet veel anders. Ik zoek mijn uitlaatklep in sporten: ik ren meerdere keren per week 10 kilometer. Het scheelt ook dat we nu – met dank aan corona – minder reistijd hebben, maar ik weet ook dat je toch ’s avonds en in de weekenden aan de bak moet. Gelukkig kan ik goed tijd blokken. Maar er zullen altijd dossiers zijn waar je energie van krijgt en die energie kosten. Dat hoort er nou eenmaal bij.’
Tot slot, de ceremoniële poespas waarmee je als rector veelvuldig te maken hebt. Leuk of niet leuk?
Veldkamp: ‘Het hoort erbij, maar ik houd er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Voor mij zijn het in ieder geval geen hoogtepunten.’
Palstra: ‘Ik herken dat, maar spreken bij zo’n LHTBI-bijeenkomst geeft toch wel energie. Het vergt minder voorbereiding dan bijvoorbeeld spreken tijdens een dies. Spreken tijdens een dies betekent ook dat je je visie laat zien en inhoud moet geven. Dat gaat met meer nervositeit en spanning samen. Ik kijk met heel veel plezier terug naar bepaalde studentenbijeenkomsten, zoals toen ik het glitterjasje kreeg van Green Team Twente. Het is ontzettend fijn om als universiteit te laten zien hoe blij we met ze zijn. Dat maakt de baan heel dankbaar, je kunt iets voor heel veel mensen betekenen.’
De mondkapjes gaan weer op. Tijd voor een fotoshoot. Nu het buiten maar blijft miezeren, heeft de fotograaf besloten om de hal van de bestuursvleugel om te toveren tot fotostudio. Inclusief professionele belichting, witte schermen en paraplu’s. De heren rectoren nemen hun tijd. De dossiers lopen voorlopig nog niet weg.