Het verzuim is het hoogst bij de faculteit BMS (gestegen naar 4,6 procent) en de dienst Human Resources (9,5 procent). Dit waren in 2016 ook al de zorgenkinderen. Marketing & Communicatie doet het juist goed, daar is het verzuimpercentage bijgetrokken van 6,2 procent naar 4,3 procent. In 2017 registreerde de bedrijfsarts dat UT-breed 54 ziekmeldingen door het werk kwam. Deze ziekmeldingen duurden met gemiddeld 118 dagen ook nog eens 31 dagen langer dan in 2016.
Verzuimpercentage
Het verzuimpercentage is het belangrijkste begrip bij het meten van ziekteverzuim. Dit geeft het gemiddelde aantal zieke werknemers weer per honderd werknemers. Het verzuimpercentage wordt gemeten over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand, een kwartaal of een jaar.
HCC schrijft dat het zeer waarschijnlijk is dat hoge werkdruk door factoren als prestatiedruk, organisatieveranderingen, onrust en spanningen met collega’s of leidinggevende debet zijn aan werkgerelateerde ziekmeldingen vanwege psychische klachten.
De faculteit BMS signaleerde de toename van het ziekteverzuim eind 2017. Daar is een onderzoek gestart. ‘Maar ook begin 2018 is het verzuim hoog’, zegt HR-manager bij BMS John Winter. ‘Gelukkig daalt dat nu. Het onderwerp staat bij ons hoog op de agenda. Specifiek voor de kwetsbare groep PhD’s maken we beleid: wat verwachten we precies van hen? En we geven komend jaar voorlichting over balans en belastbaarheid in het werk. Werkdruk staat bij ons, ook in het algemeen, hoog op de agenda. Met de nieuwe arbodienstverlener monitoren we beter, roepen we medewerkers eerder op om naar de bedrijfsarts te gaan en begeleiden we leidinggevenden.’
De dienst HR is niet bereikbaar voor commentaar.
Langer ziek
Het verzuimpercentage (zie kader) blijft met 3,2 procent gelijk aan 2016. Dat is relatief laag vergeleken met andere sectoren. Het gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker daalde in 2017 licht, maar de gemiddelde verzuimduur steeg ongeveer een dag. Opvallend detail is dat in 2016 bij de diensten zo’n zeven keer zo veel werkgerelateerde ziekmeldingen hadden dan de faculteiten. Afgelopen jaar was dat nog maar anderhalf zo vaak.
De UT koos begin 2018 na aanbesteding een nieuwe Arbodienstverlener. De eis in die procedure: geef een duidelijke visie op duurzame inzetbaarheid van medewerkers en preventie van werkgerelateerd en langdurig ziekteverzuim. In mei dit jaar stemde de Uraad in met het ‘plan van aanpak werkdruk’. De faculteiten en eenheden zijn eerst aan zet. Zij maken plannen, vervolgens analyseert een projectgroep welke onderdelen de UT centraal aanpakt.