‘Een beter debuut hadden we ons niet kunnen wensen’, jubelt teamleider Tim Veldhuis. ‘Toen we zaterdagmiddag de eerste de beste race wonnen in onze klasse stonden we te juichen en te springen in de pitstraat.’
Acceleratie goed, topsnelheid minder
Die ochtend liep de spanning voorafgaand aan de kwalificatie nog hoog op, vertelt Veldhuis. ‘We begonnen met een nieuw tandwiel achter, maar die werkte niet goed. Een kwartier voor de start van de kwalificatie kwamen we erachter dat dit mechanische probleem speelde. Op het nippertje konden we het euvel verhelpen.’
Verder verliep het eerste raceweekend redelijk vlekkeloos, aldus de teamleider. ‘Het acceleratievermogen van onze motor is enorm, maar aan topsnelheid ontbreekt het nog. We raceten tegelijkertijd met verbrandingsmotoren, dus er waren 32 motoren op de baan. Op de rechte stukken hadden we moeite, maar na de bochten schoten we de andere deelnemers voorbij.’
Nottingham grote concurrent
De grote concurrent binnen de eigen klasse van de Twentse studenten was het team van de University of Nottingham. ‘Zij doen al een jaar of vijf mee en hun motor heeft een beduidend hogere topsnelheid. Niet zo gek dat zij de andere twee races wonnen, waardoor wij nu tweede in het klassement staan’, aldus Veldhuis, die de kanttekening plaatst dat er in Engeland slechts drie teams meededen binnen de MotoE-competitie. ‘Het lijkt erop dat Nottingham voor de komende twee raceweekenden onze grootste tegenstander is.’
Werken aan meer vermogen
De eerstvolgende krachtmeting is een thuiswedstrijd. In het weekend van 1 september is het TT-circuit van Assen het decor. Veldhuis: ‘Dan hopen we dat het team van de TU Delft ook meedoet, zodat we kunnen zien we de snelste is. Onze snelste rondetijd afgelopen weekend belooft veel goeds. We waren twee seconden sneller dan Delft een jaar geleden.’
Electric Superbike Twente heeft nu een kleine drie weken om aan de motor te sleutelen. ‘We gaan volop aan de slag om te zorgen dat onze motor meer vermogen heeft. Als we de problemen met de tandwielen oplossen, zal onze topsnelheid in ieder geval hoger liggen. We gaan het zien in Assen, maar het begin is zeker goed.’