Hoewel Eunice en Franklin alweer achter de rug zijn, ogen de omstandigheden op het TT Circuit Assen op deze grauwe dinsdagmiddag alles behalve ideaal. ‘Suboptimaal voor een eerste testdag’, oordeelt teammanager Wouter Maathuis in de pitstraat. Het is nat en er staat een gure wind. Maar gelukkig is er tussen de regenbuien door tijd om te testen. Voor de hoofdtribune van het circuit weerklinkt het subtiele geluid van Delta-XE, de volledig elektrische racemotor van het Twentse studententeam.
De teamleden die langs de baan staan opgesteld, slaken enthousiaste kreten als de roodzwarte tweewieler accelereert. De superbike haalt op het rechte stuk met gemak 120 kilometer per uur. ‘En dat is op vijftig procent van het nominale vermogen’, weet Maathuis. Wat dat precies betekent? Nou, dat de motor nog veel harder kan. ‘Op de rollerbank haalden we 220 pk’, vertelt de teammanager trots. ‘Dat is ongeveer 320 kilometer per uur. Harder ging de rollerbank niet.’
Maar vandaag gaat het niet om de topsnelheid. Op deze testdag draait het om het verzamelen van data om de motor zo nauwkeurig mogelijk af te stellen. Hoe gedraagt de superbike zich? Wat kan er beter, en hoe? Om deze data te verzamelen, rijdt de coureur van dienst op-en-neer over het rechte stuk van het circuit. Van het betere bochtenwerk is vandaag nog geen sprake. ‘Toch is het een hele sensatie om onze motor voor het eerst in actie te zien’, stelt Maathuis.
Toekomst
De vorige lichting van Electric Superbike Twente bouwde Delta-XE, maar kon door omstandigheden eigenlijk niet of nauwelijks rijden met de motor. ‘Er was gewoonweg te weinig tijd om alles werkend te krijgen. Ze konden te weinig testen en daarbij hielp corona ook niet echt mee’, vertelt de huidige teammanager. ‘Daarom rijden we als nieuw team nog een keer met Delta-XE om de volle potentie uit de motor te halen. We willen de motor dit jaar zo hard mogelijk over de baan janken.’
Aan Finn de Bruin, student aan het Deltion College in Zwolle, de eer om de superbike uit te proberen. Hij gaat dit jaar voor het Twentse team racen. Als coureur ‘voelt’ hij hoe de motor zich gedraagt en dat is tijdens de testdag van groot belang. ‘Bij de laatste run op het rechte stuk rook ik bijvoorbeeld een vreemde geur’, vertelt hij in de pitstraat. ‘Deze informatie geef ik door aan het team en daar gaan ze vervolgens mee aan de slag.’
Normaal rijdt De Bruin op een Yamaha R6 in de International Dutch Championship. Er zijn volgens de coureur flinke verschillen tussen zijn Yamaha met verbrandingsmotor en de elektrische superbike. ‘De elektrische motor reageert anders. Ook hoef je bijvoorbeeld niet te schakelen. Het is als het ware één lange versnelling.’ Volgens De Bruin zijn elektrische racemotoren de toekomst. ‘Daarom wil ik ervaring opdoen. Als je ziet welke stappen er de laatste tijd zijn gezet, duurt het volgens mij nog maar een paar jaar voordat elektrisch de standaard is.’
Doelen
Daar is teammanager Maathuis het roerend mee eens. ‘De eerste generatie van Electric Superbike Twente had als doel om mensen enthousiast te krijgen over elektrisch rijden. Het is spannend om naar te kijken en de superbike laat goed zien waar elektrische motoren toe in staat zijn. Intussen zijn we een beetje ingehaald door de tijd. Kijk naar alle Tesla’s en elektrische Porsche’s of Audi’s op de weg. Voor veel mensen is elektrisch rijden the way to go.’
Daarom richt het huidige team zich op een nieuw doel. ‘Elektrisch moet de nieuwe standaard worden voor de motorsport’, vertelt Maathuis. Innovaties in ‘gewone’ auto’s of motoren zijn vaak afkomstig uit de racesport. Zo geldt de Formule 1 nog altijd als kraamkamer voor nieuwe autotechniek. Toch blijven de huidige elektrische raceklassen achter op dit gebied. Daar hopen de Twentse studenten met hun superbike verandering in te brengen. ‘Ook kunnen we met elektrische motoren de racesport voor toekomstige generaties behouden’, stelt Maathuis.
Dit jaar wil het team meedoen aan vier races waarvan één in het buitenland. Daarnaast mikken de studenten op een baanrecord in Assen. ‘Dat zou voor dit seizoen een kers op de taart zijn’, weet Maathuis. Maar zover zijn de Twentse studenten voorlopig nog niet, al is het maar vanwege de regenachtige omstandigheden op het Drentse circuit. ‘Anders had ik best een rondje willen rijden’, zegt coureur De Bruin. ‘Maar daarvoor is het vandaag echt te nat.’