Vijftig jaar bedrijfskunde aan de UT, dat mag gevierd worden.
De Weerd-Nederhof: ‘Absoluut, het is een mooie mijlpaal. Om deze reden hebben we Boet Kreiken uitgenodigd voor een lezing, vanmiddag om 17 uur. Hij is hoofd klantenervaring bij KLM en de zoon van Jan Kreiken, de oud-rector die aan de basis stond van de eerste bedrijfskundestudie hier. In die tijd was de studie een zogeheten kopopleiding, die studenten konden volgen na hun baccalaureaat. Zie het als een MBA (master of business administration, red.) avant la lettre. Bijzonder dus dat zijn zoon vandaag komt spreken.’
Een cirkel komt rond dus?
‘Ja, meerdere cirkels eigenlijk. Jan Dopper is vandaag ook aanwezig. Hij was een van de eersten die de kopopleiding volgde, na een studie scheikundige technologie. Decennia later stond hij als alumnus mede aan de wieg van de opleiding business administration. Zelf studeerde ik in de jaren ’80 technische bedrijfskunde en was ik ook betrokken bij de oprichting van business administration, vanaf eind jaren ’90.’
Nu staan er twee opleidingen: technische bedrijfskunde en international business administration. Hoe staan die ervoor?
‘Goed, in Elsevier staan beide opleidingen landelijk gezien op nummer één. Zelf vind ik de bachelor-masterstructuur bijzonder waardevol. Zelfs vanuit technische opleidingen kunnen studenten een niet-technische kant opgaan. Simpel gezegd kun je als UT-bachelorstudent een bedrijfskundige kant kiezen als je dat wil. En dat zien we ook gebeuren: niet alle studenten kiezen ervoor met bedrijfskunde te beginnen, maar ze willen het wel vaak in hun curriculum terugzien.’
Jan Kreiken zei eens: ‘de toekomst kan niet worden voorspeld, maar moet worden gemaakt’. Wat voor toekomst moeten de bedrijfskunde-opleidingen voor zichzelf maken?
‘Wat ik het mooiste zou vinden, is dat we meer gaan specialiseren op onze profielen. Beide opleidingen hebben in de master specialisaties, met richtingen waarin ze erg sterk zijn. We zouden nog meer nadruk kunnen leggen op de richtingen met een duidelijk Twents profiel.’