Ruim de helft van de vrouwen tussen de 25 en 35 jaar is afgestudeerd aan een hogeschool of universiteit: bijna 52 procent heeft een diploma behaald. Onder mannen uit dezelfde leeftijdscategorie ligt dat aandeel aanzienlijk lager: nog geen 43 procent heeft een opleiding in het hoger onderwijs afgerond, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Inhaalslag
Vrouwen zijn dus bezig met een inhaalslag. Vroeger waren het vooral mannen die gingen studeren. In de leeftijdscategorie 45-75 jaar hebben zij dan ook vaker een hbo- of wo-diploma. De verschillen tussen man en vrouw zijn het grootst onder 65-plussers.
Zowel mannen als vrouwen vinden steeds vaker hun weg naar de collegezalen. Afgelopen studiejaar kozen 374 duizend vrouwen en 357 duizend mannen voor een opleiding in het hoger onderwijs. Tien jaar eerder waren dat er respectievelijk nog 296 duizend en 277 duizend.
Meerderheid
Aan de universiteiten liepen lange tijd vooral mannen rond. In 2006-2007 stonden er voor het eerst meer vrouwen ingeschreven: 105 duizend tegenover 103 duizend mannen. In het hbo zijn vrouwen al wat langer in de meerderheid. Voor het eerst in 1997-1998, toen daar 141 duizend vrouwen studeerden en 138 duizend mannen.
Steeds meer Nederlanders behalen een hbo- of wo-diploma. Ruim tien jaar geleden studeerde 25 procent af aan een hogeschool of universiteit, nu is dat bijna 31 procent.