‘Zorg dat je als universiteit in control blijft’

| Jelle Posthuma

Volgens een rapport van de Landelijke Commissie Gedragscode moet het beleid omtrent de schakelprogramma’s voor internationale studenten duidelijker worden vastgelegd. Nu gebeurt er nog te veel buiten het gezichtsveld van de onderwijsinstellingen.

De bevindingen werden eind vorige week in een rapport gepubliceerd. De Commissie deed het onderzoek ‘vanuit haar zorgplicht voor de positie van de internationale student en de naleving van de Gedragscode Internationale Student’. Deze gedragscode bevat afspraken over de voorlichting aan internationale studenten of de (taal)eisen waaraan zij moeten voldoen. Alleen instellingen die de code hebben ondertekend, kunnen internationale studenten werven. ‘We wilden vooral weten hoe de verhoudingen tussen de onderwijsinstellingen en de private aanbieders liggen’, vertelt commissielid Arno Overmars.  

Het onderzoek richt zich op drie aanbieders: OnCampus (voor de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam), Navitas (voor de UT en de Haagse Hogeschool) en Study Group (voor de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit van Tilburg, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Hanzehogeschool Groningen).  

Twente pathway college 

Navitas verzorgt sinds het collegejaar 2019-2020 het voorbereidend onderwijs aan de UT onder de naam Twente Pathway College. Daarvoor werkte de UT samen met Study Group. Het gaat om 235 studenten uit 51 verschillende landen, zo blijkt uit het rapport van de commissie. De UT betaalt geen vergoeding aan Navitas voor de geleverde diensten. Verder betaalt Navitas de UT voor het gebruik van ruimtes en voorzieningen bij de instellingen.

Aanleiding voor het onderzoek zijn Kamervragen aan minister Ingrid van Engelshoven (OCW) over het voorbereidend jaar en de daaropvolgende media-aandacht. In de Tweede Kamer ging het vooral over de werving van internationale studenten voor deze voorbereidende programma’s. Minister Van Engelshoven zei toen ‘dat samenwerken met wervingsbureaus terwijl er aan Nederlandse universiteiten al een hoog percentage internationale studenten studeert niet wenselijk is.’

Navitas, de private aanbieder die het schakeljaar aan de UT verzorgt, benadrukte in een reactie dat ze een onderwijsaanbieder zijn, geen wervingsbureau. Die twee zaken zijn volgens Navitas strikt gescheiden. De commissie oordeelt in haar rapport dat de private aanbieders wel degelijk een wervingsfunctie vervullen. ‘Evenals publieke onderwijsinstellingen dat doen, werft Navitas actief voor haar programma’s en schakelt daarbij desgewenst agenten in.’

‘Het is een definitiekwestie’, zegt Overmars. ‘Ook het werven van studenten valt binnen het palet van activiteiten van Navitas. Het is maar net waar je de nadruk op legt. Wij vinden het ook niet erg dat ze studenten werven – dat doen de universiteiten immers ook. Maar onze gesprekspartner blijft de onderwijsinstelling, niet de private aanbieder. Daarom zeggen we in ons rapport tegen de universiteiten: zorg dat je grip hebt op het proces.’

coronacrisis

De commissie onderkent in haar rapport dat de context van het onderzoek door de coronacrisis geheel is veranderd. Zo is het waarschijnlijk dat er komend collegejaar fors minder buitenlandse studenten naar Nederland komen. ‘Niettemin zijn de bevindingen van dit onderzoek voor nu en de toekomst relevant, zodat de Commissie besloten heeft het onderzoeksrapport te publiceren.’

Havisten

Veel van de internationale studenten komen uit landen waar het hoogst haalbare niveau van voortgezet onderwijs vergelijkbaar is met 5 havo in Nederland. Het schakelprogramma zorgt ervoor dat de studenten binnen één jaar op het niveau van 6 vwo zitten, het niveau dat toegang verschaft tot een Nederlandse universiteit.

Is het wel verantwoord is om internationale studenten te werven die (nog) niet aan de toelatingseisen voldoen, vraag de commissie zich af. Zeker nu universiteiten de afgelopen jaren kampen met capaciteitsproblemen. ‘Dat lijkt op gespannen voet met elkaar te staan’, weet Overmars. ‘Maar de onderwijsinstellingen kunnen hier goede redenen voor hebben. Wat wij van ze vragen, is om het nadrukkelijker in het beleid aan de orde te stellen. Maak duidelijk waarom je deze studenten wilt hebben.’

Uiteindelijk zijn de onderwijsinstellingen verantwoordelijk voor de toelating van de internationale studenten. Maar, zo stelt de commissie, de werving, toelating, studievoortgang en het welzijn van de studenten speelt zich nu nog grotendeels buiten het gezichtsveld van de onderwijsinstellingen af.

Succes

Ook oordeelt de commissie dat onderwijsinstellingen vooraf nauwkeuriger moeten nagaan in hoeverre studenten het voorbereidend jaar naar verwachting met succes zullen doorlopen. Het onderzoek toont aan dat 24% van de studenten na het voorbereidend jaar niet doorstroomt naar de hoofdstudie waarvoor ze naar Nederland kwamen. Ze ronden het voorbereidend onderwijs met andere woorden zonder succes af. Overigens ontbreken deze cijfers voor Navitas: de private aanbieder is pas vanaf het huidige collegejaar actief op de campus. Hoeveel studenten er succesvol doorstromen is nog onduidelijk.

De commissie pleit daarom voor ‘stringenter’ beleid vanuit de onderwijsinstellingen. ‘Nu zijn de onderwijsinstellingen niet voldoende in control’, stelt Overmars. ‘Formuleer wat je precies wilt bereiken met het voorbereidend onderwijs. Als je zegt: we willen de beste studenten binnenhalen, dan moet je daar vorm aan geven. Daar moet de universiteit vooraf over nadenken.’

De commissie hoopt vóór 1 november een reactie vanuit de koepelorganisaties (VSNU) te krijgen op het rapport. Aan de hand van deze reactie zal de gedragscode (waar nodig) worden aangepast.

Reactie Navitas 

De ‘verankering’ van het schakelprogramma in het beleid van de onderwijsinstellingen is een positieve uitkomst, stelt Stephen Orme, College Director van Navitas. Volgens Orme gebeurt er bij Twente Pathway College niets buiten het gezichtsveld van de UT. ‘De structuur van Navitas op de campus met toegewijde medewerkers die in nauwe samenwerking met de UT opereren, maakt dat de invloed en zichtbaarheid vanuit de UT niet in het gedrang komen.’

Ook de toelatingseisen zijn volgens Orme geborgd. ‘Voor Twente Pathway College zijn samen met de UT per land specifieke eisen geformuleerd met aanvullende cijfereisen. Deze zijn onderwerp van jaarlijkse evaluatie en kunnen indien nodig per land worden bijgesteld. Daarmee wordt conform de bepaling in de gedragscode zorgvuldig nagegaan of studenten het jaar met succes kunnen doorlopen.’

‘De commissie concludeert dat 24% procent niet doorstroomt naar de hoofdstudie waarvoor ze naar Nederland kwamen. De commissie vermeldt echter niet dat hier reguliere uitval bij zit, bijvoorbeeld door een wijziging studieplannen of een terugkeer wegens persoonlijke omstandigheden. Ook specificeert de commissie niet welk deel daadwerkelijk toe te schrijven valt aan studenten die zakken voor het voorbereidend jaar. De veronderstelde correlatie met het toelatingsproces is daarmee niet evident en onzorgvuldig.’

Verder wijst Orme op de context. ‘De waarderingen van buitenlandse vooropleidingen duiden vooral op een verschil in onderwijsstructuur en zeggen weinig over het daadwerkelijke niveau. Havo bestaat niet in het buitenland. Studenten die starten bij Twente Pathway College zijn studenten die in eigen land het hoogst haalbare niveau secundair onderwijs hebben doorlopen.’

Hij benadrukt wederom dat Navitas geen wervingsbureau is. ‘De commissie stelt in de conclusie dat de private aanbieders bij sommige activiteiten de rol of functie hebben van agent. Ik wil benadrukken dat dit een significante wijziging betreft ten opzichte van eerdere berichtgeving waarin aanbieders als agent werden gedefinieerd. Navitas is geen wervingsbureau maar een private onderwijsinstelling die net als publieke onderwijsinstellingen actief, desgewenst via agenten, studenten werft voor haar programma’s.’

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.