Minister hekelt misbruik internationaal schakeljaar

Internationale studenten vooraf bijspijkeren in taalvaardigheid? Geen probleem, vindt de minister. Maar een schakeljaar gebruiken om massaal internationals met een ontoereikend diploma te kunnen werven? Dat is volgens haar niet de bedoeling.

Al jaren bieden Nederlandse hogescholen en universiteiten internationale studenten voorbereidende programma’s van een half of een heel jaar aan. Dat is toegestaan, zolang een opleiding vooraf zelf heeft vastgesteld dat ze aan bijna alle eisen voldoen en ze hun achterstanden binnen afzienbare tijd kunnen wegwerken.

Nauwelijks toelaatbaar

Uit een serie artikelen in het Onderwijsblad van vakbond AOb, over ‘de jacht op de internationale student’, bleek vorig jaar dat de praktijk vaak anders is. Er worden jaarlijks honderden internationals geworven die met wisselend succes worden klaargestoomd voor universiteit en hogeschool.

Een onderzoek van de landelijke commissie die toeziet op de naleving van de gedragscode hoger onderwijs, bevestigde in juni dat vijf universiteiten (Twente, Tilburg, Rotterdam, UvA en VU) en drie hogescholen (HvA, Hanze en de Haagse) nauw samenwerken met drie private bureaus.

In de praktijk zijn het niet de instellingen, maar deze bureaus die controleren of de internationals toelaatbaar zijn, schrijft minister Van Engelshoven in antwoord op vragen van het CDA. Ook de tussentijdse toetsen in het peperdure schakeljaar worden door hen afgenomen.

Soms hebben internationals een schooldiploma dat gelijkwaardig is aan drie of vijf jaar havo. Dan moeten er heel wat tekortkomingen worden weggewerkt. De onderwijsinspectie gaat uitzoeken of het wel is toegestaan om deze studenten voorwaardelijk toe te laten tot een hogeschool of universiteit. Als het voorbereidend jaar ‘een kanaal wordt om extra internationale studenten te werven die nog niet toelaatbaar zijn’, is dat volgens de minister  in strijd met de geest van de wet en de gedragscode.

Verblijfsvergunning

Extra kritisch is de minister over de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit die hun internationale studenten van buiten Europa tijdens het voorbereidingsjaar bij een andere opleiding dan hun eerste voorkeur inschrijven. Ze doen dat als er een numerus fixus of selectieprocedure is bij deze opleiding; toelating van internationals tot die opleiding is na het voorbereidende jaar dus niet te garanderen.

Maar zo’n garantie is een harde voorwaarde van de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND voor het verlenen van een verblijfsvergunning. Vandaar dat deze internationals bij een verwante opleiding worden ingeschreven die niet aan de poort selecteert en waar ze hoe dan ook naar binnen mogen.

De werkwijze van de UvA ‘schuurt met de zorgplicht die de onderwijsinstellingen hebben op grond van de Vreemdelingenwet’, schrijft Van Engelshoven. Er is ‘ten minste sprake van oneigenlijk gebruik van het voorbereidend jaar’.

De minister zal met de koepels overleggen over ‘vervolgstappen’. Die zullen op 3 december aan de orde komen tijdens een algemeen overleg met de Tweede Kamer over internationalisering.

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.