Over de geestelijke gezondheid van studenten zijn de meningen verdeeld. Studentenorganisaties waarschuwen keer op keer voor toegenomen stress en burn-outklachten. Toch tonen de landelijke statistieken al tien jaar lang geen stijging in het aantal psychisch ongezonde jongeren.
Dat is anders sinds het coronavirus zich als een inktvlek over de wereld verspreidde, blijkt uit nieuw onderzoek. Zo kampte in maart 2019 nog 24,7 procent van de studenten met angst- en depressieklachten. Een jaar later, toen covid-19 ook in Nederland volop om zich heen greep, lag dat aandeel opeens 5 procent hoger.
Ontregeld
En dat is niet zo vreemd, zegt hoofdonderzoeker en gezondheidspsycholoog Peter van der Velden van CentERdata en Tilburg University. ‘Dit is voor studenten op alle fronten een onplezierige tijd. Het zijn mensen in ontwikkeling, en opeens gaat alles anders dan ze van tevoren hadden bedacht: hun hele studietijd is ontregeld en het onderwijs staat op zijn kop. Dat heeft allerlei consequenties: veel studenten leiden nu een geïsoleerder leven.’
De afgelopen tien jaar waren er geen aanwijzingen dat het aandeel gestreste studenten toenam. Gaan nu wel alle alarmbellen af? ‘Ik zeg niet dat alle studenten meteen naar de therapeut moeten’, zegt Van der Velden. ‘Maar ik zou ze zeker in de gaten houden. Vooral de eerstejaars, voor wie het leggen van sociale contacten juist zo belangrijk is. Daar maak ik me zorgen over.’
Significant slechter
De onderzoekers stelden vragen aan een groot panel van zo’n 4.000 Nederlanders, waaronder bijna 400 studenten. Ze vergeleken metingen in november 2018, maart en november 2019 en maart 2020.
Over het algemeen gaan Nederlanders erg goed om met de pandemie, blijkt daaruit. Het totale aandeel mensen met angst- en depressieklachten was voor en tijdens de crisis even hoog.
Maar met sommige groepen gaat het wel significant slechter, zagen de onderzoekers. Dit geldt niet alleen voor studenten. Ook werkzoekenden hadden in maart 2020 vaker last van mentale klachten.
De crisis hakt er daarom ook in bij pas afgestudeerden, vermoedt Van der Velden. ‘Het is natuurlijk nooit leuk om werkloos te zijn, maar normaliter zul je als hoogopgeleide eerder denken: alles komt wel op zijn pootjes terecht.’ Het is nu moeilijker om goede moed te houden.
‘Ga dingen doen’
Maar ons aanpassingsvermogen moet volgens hem niet worden onderschat. ‘Veel mensen zullen aan de nieuwe situatie wennen en hun evenwicht hervinden. Dat geldt ook voor de ruime meerderheid van de studenten. Zij weten zich staande te houden in de crisis, blijkt uit ons onderzoek.’
Voor wie daar iets meer moeite mee heeft: wanneer is het tijd om hulp te zoeken? ‘Iedereen heeft wel eens een keertje geen zin in de dag’, zegt Van der Velden. ‘Maar als je merkt dat die gedachte je leven echt voor langere tijd negatief inkleurt, zowel bij het opstaan als bij het slapengaan, zoek dan hulp bij je huisarts of de studentenpsycholoog.’
Om het niet zo ver te laten komen, adviseert hij studenten om toch vooral zoveel mogelijk contacten te onderhouden ‘Ga dingen doen, ook samen met je medestudenten. Je mag met elkaar afspreken. Je moet alleen afstand houden.’
Van der Velden en zijn collega’s zijn nu bezig met het afronden van een vervolgonderzoek, waarbij ze ook kijken of mensen eenzamer zijn geworden door alle corona-maatregelen.
Uitgesteld
Op aandringen van de Tweede Kamer zou het RIVM dit jaar een grootschalig inventariserend onderzoek uitvoeren naar psychische problemen onder studenten in het hoger onderwijs. Maar dat onderzoek is vanwege de coronacrisis een jaartje uitgesteld.