De politiek probeert de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven al jaren aan te jagen. Daarvoor worden allerlei grootse projecten bedacht, bijvoorbeeld via de topsectoren en de Nationale Wetenschapsagenda.
Publicaties
Maar gaan wetenschappers zelf wel zo graag in zee met commerciële bedrijven? Niet echt, melden onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Rathenau Instituut. Een keuze-experiment onder 3.145 wetenschappers laat zien dat zij veel liever samenwerken met vakgenoten.
De redenen daarvoor zijn niet heel verrassend. Want wat blijkt: wetenschappers vinden het vooral belangrijk dat een samenwerking hun zoveel mogelijk publicaties oplevert. Dat gaat gemakkelijker met collega-wetenschappers dan met de industrie.
Verder zien wetenschappers er vaak maar weinig in om de winstomzet van commerciële bedrijven te vergroten. Ze willen bovendien niet dat hun academische vrijheid en wetenschappelijke integriteit in het gedrang komen.
Nieuwsgierig
De onderzoekers keken ook naar wat deelnemers precies motiveert. Hiervoor maakten ze gebruik van drie al bestaande categorieën: puzzelaars, lintjesjagers, en gouddelvers.
Verreweg de meeste deelnemers (59,7 procent) konden getypeerd worden als puzzelaar. Ze zijn van nature nieuwsgierig en vinden het leuk om lastige vraagstukken op te lossen. Puzzelaars zijn het minst gemotiveerd om samen te werken met het bedrijfsleven.
De lintjesjagers zijn vooral op zoek naar wetenschappelijke erkenning. Ze willen graag indruk maken op hun peers en snel stappen zetten op de academische ladder. Ongeveer een derde (32,6 procent) van de deelnemers valt binnen deze categorie.
Trekken
Maar het lijken vooral de gouddelvers te zijn die, met de juiste beloning, best zouden willen samenwerken met het bedrijfsleven. Zij zien hun carrière immers als een manier om veel geld te verdienen. Dit betreft de kleinste groep wetenschappers (7,7 procent).
Volgens het rapport blijkt overigens uit eerder onderzoek dat lang niet alle bedrijven staan te springen om samenwerking met wetenschappers aan universiteiten. ‘Het is de vraag of je hard aan samenwerking moet blijven trekken als beide partijen er weinig zin in hebben’, concludeert de Utrechtse innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever. ‘Misschien dat je beter kunt inzetten op vormen van wetenschappelijke kennisbenutting waar mensen wel voor te porren zijn.’
