Nu alle inschrijvingen in het hoger onderwijs officieel zijn geteld, blijkt dat de hogescholen dit collegejaar jaar bijna 125 duizend eerstejaars studenten hebben verwelkomd: tien procent meer dan het jaar daarvoor.
Pabo’s
Vooral de pabo’s groeiden explosief. Daar zijn maar liefst 6.849 studenten aan het eerste jaar begonnen, 1.648 meer dan vorig jaar (32 procent). Voor een deel ligt dat aan de voorwaardelijke toelating van scholieren die vanwege de coronacrisis hun diploma nog niet op zak hadden of de pabo-kennistoets nog niet konden afleggen. De Vereniging Hogescholen onderzoekt nog of de uitval onder deze studenten dit jaar hoger is dan normaal.
Ook de tweedegraadsopleidingen zitten in de lift: ze gaan van 4.362 eerstejaars naar 4.755 (9 procent). Opvallende stijgers zijn Spaans (82 procent), omgangskunde (37 procent), de academies voor lichamelijke opvoeding (21 procent) en geschiedenis (19 procent). Verder doet Engels het goed (14 procent) en zijn Duits (9 procent) en natuurkunde (7 procent) op de weg terug.
Bij de lerarenopleiding Nederlands is het beeld nog altijd weinig florissant. Na een kleine opleving is het aantal eerstejaars opnieuw kleiner (-17 procent).
Eerstegraads
De instroom bij de eerstegraads lerarenopleidingen in het hbo daalde met 8 procent: van 606 naar 556. De instroom bij aardrijkskunde is nog altijd het grootst, maar wel een kwart kleiner dan vorig jaar: 99 in plaats van 132.
Bij de universitaire lerarenopleidingen is het beeld gunstig, maar nog niet compleet. De instroom bij de onderwijsmasters is met een kwart gestegen, van 661 naar 827, maar een uitsplitsing per vak volgt later.