Midden in de zomer van 2020 voerde de UT een welzijnsonderzoek uit onder haar studenten. De uitkomsten van het onderzoek werden eind vorige maand – midden in de tweede lockdown – met de buitenwereld gedeeld. Tijdens deze volledig nieuwe situatie (bijna één jaar coronacrisis en de strengste lockdown tot op heden) rijst de vraag: wat is de waarde van een welzijnsonderzoek dat afgelopen zomer werd afgenomen?
‘De waarde van het onderzoek is in zekere zin beperkt’, erkent Annet de Kiewit. Ze is studieadviseur bij werktuigbouwkunde en schreef het welzijnsonderzoek. ‘De wereld is inderdaad totaal veranderd. Wat betreft mentale gezondheid was de zomer misschien wel de beste periode die we het afgelopen jaar hebben gehad. Nu is de situatie een stuk ingewikkelder. Zelfs de optimisten hebben het zwaar. Als we nu een onderzoek zouden uitvoeren, dan zouden de uitkomsten op veel vlakken slechter zijn.’
Welzijnsonderzoek
Het welzijnsonderzoek onder studenten werd afgelopen zomer in de maand juli afgenomen. In totaal vulden 1187 studenten de enquête in. Het hele rapport is hier te lezen. Ook onder medewerkers werd afgelopen zomer een welzijnsonderzoek afgenomen. De resultaten van deze studie verschenen afgelopen najaar.
Onzekerheid
Een recent onderzoek van de landelijke studentenorganisatie ISO geeft volgens De Kiewit een goed beeld van de huidige situatie. Uit de resultaten blijkt dat één op de drie studenten zijn leven beoordeelt met een zware onvoldoende. ‘Dat zal voor UT-studenten niet anders zijn. Iedereen kwam nog redelijk opgewekt uit de kerstvakantie, maar nu komen we de man met de hamer tegen. Studenten behoren vaak tot de leeftijdsgroep 18 tot en met 24 jaar. Uit veel onderzoeken blijkt dat met name deze groep het extra zwaar heeft tijdens de pandemie.’
Veel van de zorgen die studenten nu hebben, komen overeen met die van afgelopen zomer, stelt De Kiewit. Uit het welzijnsonderzoek van de UT blijkt dat studenten zich over uiteenlopende zaken ongerust maken. Studievoortgang, sociale contacten, huisvesting, financiën, klimaat, baankansen en het virus zelf: het is zomaar een opsomming uit een nog langere lijst. Ook hebben studenten een minder gezonde leefstijl en ervaren ze een toename van lichamelijke klachten, zoals moeheid, hoofdpijn en rugpijn. ‘Het moge duidelijk zijn: voor studenten zijn de onzekerheden tijdens de coronacrisis levensgroot.’
Internationals
Deze constatering geldt al helemaal voor internationale studenten. Waar Nederlandse studenten zich vooral zorgen maken over hun sociale contacten, piekeren internationals over hun studievoortgang, geld en baankansen. ‘Ze zijn bovendien angstiger voor het coronavirus, zo lijkt het. Dit komt mogelijk door het coronabeleid in Nederland, dat verschilt met het beleid in hun land van herkomst.’
Een bijkomend probleem is dat de Nederlandse gezondheidszorg niet volledig is toegerust op internationale studenten, weet De Kiewit. Ook spelen er verzekeringsissues. ‘Engelstalige zorg blijft een aandachtspunt. Het lijkt erop dat de UT harder groeit dan de regio kan faciliteren. Gelukkig merken we wel dat internationals digitale hulp vinden in hun thuisland. Ze volgen dan bijvoorbeeld een online therapie in China.’
Initiatieven
De vraag is wat de UT als onderwijsinstelling kan betekenen voor studenten met problemen. In het welzijnsonderzoek werd daarom aan studenten gevraagd hoe de universiteit bijdroeg aan hun welzijn tijdens de coronacrisis. ‘Het blijkt dat studenten vooral blij zijn met het online onderwijs van de universiteit, waardoor ze geen studievertraging oplopen. De UT kan zich in de toekomst daarom het beste richten op de onderwijsbehoeften van studenten om hun welzijn te verbeteren. Dat is een belangrijke conclusie uit het onderzoek.’
Maar ook andere initiatieven kunnen helpen, weet De Kiewit. Samen met de Student Union werkt ze aan een zogenaamde ‘peer-to-peer-training’. ‘We hebben de afgelopen periode gemerkt dat studenten elkaar graag helpen. Daarom beginnen we samen met de SU binnenkort aan een training voor mensen die anderen willen ondersteunen. Hoe knoop je bijvoorbeeld een gesprekje aan als je merkt dat iemand ergens mee zit? Ook leren we de deelnemers om hun eigen grenzen te bewaken. Soms is het beter om iemand door te verwijzen naar een specialist. Je moet voorkomen dat je zelf te ver wordt meegetrokken in de problemen.’
Hulp
Opvallend genoeg zochten studenten tijdens de eerste lockdown minder vaak hulp dan normaal, vertelt De Kiewit. ‘De gedachte was toen: iedereen zit in hetzelfde schuitje, het zal wel niet aan mij liggen.’ Dat beeld lijkt nu iets veranderd, stelt de onderzoeker. Maar ook nu zijn er nog de nodige studenten die niet aan de bel trekken. ‘Ik hoorde van de Student Union dat studenten vragen wanneer hun klachten erg genoeg zijn om hulp te zoeken.’
Volgens De Kiewit is daarvoor een simpele stelregel. ‘Iedereen voelt zich wel eens slecht, maar als het niet meer lukt om dit gevoel te veranderen, dan moet je hulp zoeken via je studieadviseur, studentenpsycholoog of huisarts. Tijdens deze crisis is vaak gezegd: zorg voor elkaar. Ik zou daar aan toe willen voegen dat je vooral ook goed voor jezelf moet zorgen.’