Vorige week plaatste de Iraanse onderzoeker Ramin Yazdaanpanah een openbaar bericht op LinkedIn, waarin hij zijn afwijzing voor een PhD-functie aan de UT deelt. Volgens Yazdaanpanah kreeg hij via een mail van de hoogleraar te horen dat de UT geen studenten mag aannemen van de Iraanse universiteit waar hij studeerde. Yazdaanpanah noemt deze beslissing ‘een schending van raciale gelijkheid in het onderwijs en een duidelijk discriminerende beslissing’.
Zijn betoog op LinkedIn kon rekenen op bijna vijfhonderd reacties. Het verhaal van Yazdaanpanah oogst in de reacties vooral veel bijval. Een onderzoeker die op zijn bericht reageert spreekt van ‘academisch racisme’, een ander noemt het een schending van de mensenrechten. Maar er zijn ook onderzoekers die wijzen op de overheidsregels waar de Nederlandse universiteiten zich aan moeten houden, want sommige landen – waaronder Iran – sturen studenten naar vooraanstaande universiteiten om ‘informatie te verzamelen over strategische technologieën’.
Geen discriminatie
De UT kan vanwege de privacyregels niet op de individuele kwestie van Yazdaanpanah ingaan, laat woordvoerder Laurens van der Velde weten. Wel reageert hij op de thema’s die in de reacties voorbijkomen, zoals discriminatie. ‘Als UT discrimineren we niet in sollicitatieprocedures. Het verwijt in de reacties dat er racistisch wordt gehandeld door de UT klopt niet. Sinds jaar en dag verwelkomen we vele Iraanse medewerkers, promovendi en studenten. Iraniërs zijn gewaardeerde leden van onze gemeenschap.’
Sanctielijsten
Ook legt Van der Velde de overheidsregels waar Nederlandse universiteiten aan gebonden zijn nader uit. ‘Vanuit de VN en de EU zijn er sancties uitgevaardigd tegen landen of organisaties. Deze sancties treffen mensen die verbonden zijn of waren met organisaties die op de internationale sanctielijst staan. Universiteiten mogen niemand aannemen die werkte of studeerde aan een wetenschappelijke organisatie op die lijst.’
Bij elke sollicitatieprocedure worden kandidaten ‘gescreend’ of zij een link met organisaties op de sanctielijst hebben, vervolgt Van der Velde. Om hoeveel afwijzingen het per jaar gaat, kan Van der Velde niet zeggen. Er zijn hierover geen cijfers beschikbaar. ‘Het is een complexe screening, omdat we te maken krijgen met verschillende schrijfwijzen, geaffilieerde organisaties of organisaties met nagenoeg dezelfde naam.’
Vergissing
De UT heeft inmiddels contact opgenomen met Yazdaanpanah om de kwestie te bespreken, zegt Van der Velde. Over de inhoud van het gesprek doet de woordvoerder – eveneens vanwege de privacyregels – geen uitspraken. Wel plaatste Yazdaanpanah dinsdag zelf een bericht op zijn LinkedIn-account. De onderzoeker laat weten dat hij in het gesprek te horen kreeg dat de UT bepaalde instellingen en organisaties in Iran moet weren vanwege overheidssancties.
In zijn geval berust het echter op een misverstand bij de hr-afdeling, zegt Yazdaanpanah. Zijn universiteit (Tehran University) staat namelijk niet op de sanctielijst. Maar de naam van zijn middelbare school (Shahid Beheshti) is gelijk aan de naam van een Iraanse universiteit die wel op de sanctielijst staat. Daarom werd Yazdaanpanah geweigerd aan de UT.
De Iraanse onderzoeker bedankt de UT voor de uitleg en zegt dat zijn verhaal ‘hiermee is afgesloten’. Wel voegt hij eraan toe dat studenten niet mogen worden gestraft voor de activiteiten van hun regering, ook al studeren of werken ze aan instellingen op de sanctielijst. Woordvoerder Laurens van der Velde laat verder nog weten dat de UT het proces van toelating met de betrokkenen ‘kritisch gaat bekijken’. ‘Om onbedoelde uitsluiting in de toekomst te voorkomen.’