Een jaar geleden voorzag het ministerie nog dat de hogescholen in 2029 zo’n 18 duizend studenten minder zouden tellen dan nu. Maar dat worden er 40 duizend minder, voorspellen de rekenmeesters nu.
De universiteiten zouden juist 65 duizend studenten méér trekken, was de verwachting. Volgens de nieuwste ‘referentieraming’ worden dat er slechts 23 duizend.
Te optimistisch
Jarenlang onderschatte het ministerie de groei van het aantal studenten aan met name de universiteiten. Dat zorgde, tot ergernis van universiteiten en hogescholen, voor tegenvallers op de Rijksbegroting en bezuinigingen op het hoger onderwijs. Maar afgelopen jaar was het ministerie dus te optimistisch, is nu de inschatting.
De lagere instroom van het huidige studiejaar heeft misschien iets te maken met de komst van de nieuwe basisbeurs. Meer jongeren hebben na hun eindexamen een tussenjaar genomen in plaats van meteen te gaan studeren.
Maar dat maakt voor de langere termijn niet uit. Zij zullen de weg naar hogeschool en universiteit heus wel weer vinden, verwacht het ministerie. De toekomstige krimp heeft andere oorzaken.
Krappe arbeidsmarkt
Belangrijker is bijvoorbeeld dat studenten het hoger onderwijs vaker zonder diploma verlaten: dan zijn er dus minder ouderejaars. Mogelijk spelen leerachterstanden die zijn opgelopen tijdens de coronapandemie daarbij een rol, maar wellicht komt de grotere uitval ook door de aantrekkingskracht van de krappe arbeidsmarkt.
Die zorgt er ook voor dat mbo’ers sneller een baan vinden en minder vaak besluiten om door te studeren in het hbo. Datzelfde effect speelt ook in het wetenschappelijk onderwijs: in 2022 stroomden minder bachelorstudenten direct door naar een masteropleiding. De arbeidsmarktkrapte houdt nog wel even aan, denkt het ministerie.
Onzeker
De voorspellingen blijven onzeker. Mogelijk besluiten die afgehaakte studenten om hun studie later alsnog op te pikken. Daarmee is in de ramingen geen rekening gehouden.
En hoeveel buitenlandse studenten zullen hierheen komen? Ook die berekening kan beter, meent een speciale commissie die toeziet op de ramingen. In de huidige voorspellingen trekt het ministerie de lijn van de grafiek gewoon door (lineaire extrapolatie), ‘wat de mogelijkheid van oneindige groei suggereert’, aldus de toelichting. ‘Dat is niet realistisch.’