Minister Robbert Dijkgraaf kwam vorig jaar met het plan voor ‘werkkapitaal’ voor wetenschappers, met als doel om de druk van de ketel te halen; meer vaste contracten voor jonge wetenschappers, meer ruimte voor ongebonden onderzoek, minder concurrentie en het verlagen van werk- en aanvraagdruk.
8,5 miljoen euro per jaar
Dat gebeurt in de vorm van twee soorten beurzen: een startersbeurs voor universitair docenten die een vast contract krijgen en een stimuleringsbeurs voor universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren met een vast contract. Beide types beurzen zijn vrij besteedbaar over een periode van zes jaar.
Daarmee is jaarlijks een bedrag van 300 miljoen euro gemoeid, dat verdeeld wordt onder de universiteiten. De taartpunt die de UT krijgt, komt neer op 8,5 miljoen euro op jaarbasis. Daarvan is 3,5 miljoen euro bestemd voor de zogeheten startersbeurzen en 5 miljoen euro voor de stimuleringsbeurzen.
BMS spekkoper
Die financiële middelen worden vervolgens verdeeld onder de faculteiten. Dat gebeurt naar rato van het aantal universitair docenten dat in recente jaren is aangesteld. Volgens dat rekensommetje is BMS spekkoper; bijna de helft van de startersbeurzen en zo’n 30 procent van de stimuleringsbeurzen gaat dit jaar naar die faculteit. Jaarlijks stelt de UT opnieuw vast hoe de verdeling over de faculteiten eruitziet, gebaseerd op de nieuwe aanstellingen in de twee jaren ervoor.
Overigens roomt de UT 20 procent van het budget af, voor overheadkosten en ‘strategische investeringen in human resources en infrastructuur’. Zo blijft er per wetenschapper een bedrag van 240 duizend euro over. Die 240 duizend euro is een vast bedrag voor de startersbeurzen en een maximumbedrag voor de stimuleringsbeurzen.
Loting
Hoe de beurzen uiteindelijk bij de wetenschappers zelf terechtkomen? Dit jaar zet de UT een sprint in met het uitdelen van de startersbeurzen, met eenmalig 74 beurzen voor UD’s die tussen september 2022 en 31 december 2023 een vast contract krijgen – of kregen. Faculteiten nemen ‘op korte termijn’ contact op met onderzoekers die hiervoor in aanmerking komen.
In de jaren daaropvolgend zijn er ongeveer 25 startersbeurzen per jaar beschikbaar, terwijl naar verwachting bijna dubbel zoveel mensen in aanmerking komen. Omdat de UT interne competitie wil voorkomen, wordt voor de startersbeurzen geloot. Daarbij gelden twee belangrijke kanttekeningen: er gaan procentueel evenveel beurzen naar mannen en vrouwen als de totale man-vrouwverhouding van UD’s die in aanmerking komen voor een beurs. Daarnaast kunnen aanvragers ook een gezamenlijk voorstel indienen, waarbij ze een hogere slagingskans hebben en recht hebben op een verhoging van de beurs à 40 duizend euro.
Voor de stimuleringsbeurzen wordt daarentegen niet geloot, maar is er ook niet genoeg geld beschikbaar om iedereen van een beurs te voorzien. Het is aan de faculteitsbesturen om die keuze te maken, ‘op de plekken waar dat het meest urgent is’ om werkdruk te verlagen en onafhankelijk onderzoek te versterken. Daarvoor moeten de faculteitsbesturen nog procedures opzetten. De UT kiest ervoor om alleen dit jaar stimuleringsbeurzen uit te delen, 24 stuks in totaal à maximaal 240 duizend euro. Vanaf 2024 gaat het totale jaarbudget van 8,5 miljoen euro naar de startersbeurzen.
Addertje onder het gras
Hoewel de beurzen een prettig startkapitaal zijn voor (beginnend) onderzoekers, heerst er bij onderzoekfinancier NWO nog onduidelijkheid. Dat zegt Noortje van der Knaap, subsidieadviseur bij de UT-dienst Strategic Business Development. ‘Het is momenteel nog onbekend of onderzoekers die een startersbeurs ontvangen uitgesloten worden voor het indienen in bepaalde subsidie instrumenten bij NWO. Een besluit daarover verwachten we pas in het najaar. NWO sluit tot nu toe niets uit.’
Van der Knaap adviseert UT-onderzoekers om ‘strategisch na te denken’ over het aanvragen van de startersbeurs. ‘In ieder geval is het goed om met ons het gesprek aan te gaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je na het ontvangen van een startersbeurs moet wachten voordat je een aanvraag voor een persoonlijke beurs of subsidie kan doen. We weten gewoonweg nog niet wat NWO gaat beslissen.’