Grote delen van het universiteitsterrein zijn open voor publiek. Zowel binnen als buiten zijn er tal van activiteiten om te laten zien waar de universiteit zoal mee bezig is. En dat is veel. Héél veel. Menigeen komt tijd tekort om al die technische ontwikkelingen te zien en te ervaren. Hoogleraren, studenten en medewerkers vertellen enthousiast waar ze mee bezig zijn. Natuurlijk zit er een gedachte achter het Open Huis. ‘Verbind wetenschap en maatschappij’, legt UT-medewerker Renske van Wijk uit. Haar werkplek, de Technohal, is een van de gebouwen op de looproute. ‘Wetenschap is leuk en tof. Dat laten we vandaag aan iedereen zien.’
Een voorbeeld daarvan staat een stukje verderop in de hal, bij de stand van burgerwetenschappen met als veelzeggende titel ‘Onderzoek is voor iedereen!’ Met een uitroepteken dus. ‘Zeker’, zegt Van Wijk. ‘Onderzoekers willen alles weten over onder meer gezondheid, klimaat en nieuwe technologie. Ze werken daarbij graag samen met inwoners, van jong tot oud. Wij vinden het zelfs zo belangrijk om inwoners bij de UT te betrekken, dat er een speciale pilot is ontwikkeld, genaamd: ‘meedoen’. Het zijn lopende onderzoeken waaraan je kunt meedoen. Ook is er een digitale ideeënbus.’
Studenten zijn druk bezig om bezoekers een onderzoeksidee op te laten schrijven. Hoe word ik een betere keeper? ‘Oh ja, dat is een goeie vraag’, zegt Van Wijk tegen de 11-jarige Jimi uit Denekamp. Een ander idee komt van Willy Grijpma (63) uit Hengelo: Hoe wordt het contact tussen specialist en nazorg beter? Hij wijst op zijn nieuwe knie en vertelt over de niet geheel vlekkeloze overdacht naar de fysiotherapeut. Grijpma kijkt vandaag vol bewondering rond. ‘Weet je, mijn vader heeft in de jaren zestig als woningstoffeerder nog gordijnen opgehangen op de UT. Elke keer als ik in de buurt ben, denk ik daar nog even aan. In die tijd was het vooral grijs beton op de campus, nu zie ik een moderne plek waar het volgens mij fijn is om te studeren en te werken.’
Opvallend veel UT-medewerkers lopen rond als bezoeker. Ze nemen hun gezin of familie mee. Zo ook Bernhard Boukamp (78) uit Enter. Hij staat met zijn kleindochters Mirthe (10) en Lenthe (11) in de operatiekamer. ‘Ik vind het belangrijk om aan de jonge generatie te laten zien wat er op de UT allemaal gebeurt’, vertelt de ex-professor die nog steeds actief is op de UT. De meisjes luisteren ademloos naar Jip Uiters. De student technische geneeskunde vertelt over de nieuwste mogelijkheden in de operatiekamer. Of hier ook echt geopereerd wordt, vraagt Mirthe. ‘Nee, dat mag niet. Het lijkt wel op een echte operatiekamer en studenten kunnen hier oefenen’, legt de student geduldig uit. ‘Zie je die mensen op de gang staan? In een echte operatiekamer mag dat niet. Daar zijn geen ramen om naar binnen te kijken. Dat heeft met de privacy van de patiënt te maken.’
‘En wat zit er achter die deur,’ vraagt Lenthe, wijzend op de enige dichte deur in het vertrek. ‘Schop maar tegen het balkje onder naast de deur, dan gaat de deur vanzelf open’, luidt de uitleg. Lenthe: ‘Schoppen? Mag dat echt?’ Uiters: ‘Achter deze deur was je je handen voordat je aan de operatie begint. Zo raken jouw handen de deurklik niet aan en blijven ze schoon.’ Lenthe, na een flinke schop tegen het balkje: ‘Wow! De deur gaat echt vanzelf open.’
‘Normaal kom je hier nooit’
In gebouw Carré staat researchengineer Sander Wessel. Hij vertelt over de wondere wereld van supergeleiding. De bezoekers zijn onder de indruk. Zeker als Wessel als een soort tovenaar een heel klein beetje superkoude vloeibare stikstof op de grond gooit. Swoesj… in no time is het verdwenen. Marissa Baks (28), eveneens werkzaam bij de UT, maar vandaag als bezoeker op pad, kijkt er met bewondering naar. ‘Normaal kom je hier nooit. Ik weet zeker dat veel mensen vandaag een goed beeld van de UT krijgen en later misschien wel kiezen om er te studeren of te werken.’
Op het terras wordt genoten van patat en poffertjes. Verderop staan de studenten Leone Weise (22) en Niklas Pollmenn (26) bij de ExperiVan, een mobiele onderzoeksbus. Ze laten zien wat er zoal mogelijk is met virtual reality. Zo staat in de bus een computer die terugpraat. Buiten ligt een aantal VR-brillen. Peter en Talitha Veenhoven uit Borne kijken lachend naar hun dochters Jet (7) en Saar (10). De meiden doen allerlei oefeningen met een VR-bril op. ‘En nu gooi ik iets de prullenbak’, zegt Jet, die als enige de virtuele prullenbak ziet. Saar: ‘Dit is heel cool. Het is net echt. Gaaf!’
‘Ik word later astronaut!’
Hoogleraar Kees Venner laat in de windtunnel deelnemers meedoen aan testen. Zo krijgt de 12-jarige Max Fonkeman uit Delden een klein formaat vliegtuigvleugel in zijn handen en mag hij in de windtunnel proberen om luchtstroom, die te zien is met een rookstraaltje, zo efficiënt mogen te maken. Max ziet zich later wel studeren op de UT. ‘Wat ik precies wil studeren, weet ik nog niet, maar ik weet wel wat ik later wil worden: astronaut!’ Venner: ‘Dit is wat we willen. Jongeren inspireren voor een opleiding in de technologie. Een Open Huis is daarvoor een mooie kans.’