Volgens de laatste prognoses gaat de UT dit jaar een tekort van 17 miljoen euro noteren, waar minus 15 miljoen euro was begroot. Hoe ziet de huidige stand van zaken op het gebied van onze financiën eruit?
‘De wereld om ons heen is aan het veranderen. Dat zagen we al aankomen, maar we moeten wel opletten en bijsturen met elkaar. We zagen het al aan de studenteninstroom van 2022, die was lager dan verwacht. Daar kwamen vervolgens de inflatie, gestegen energiekosten en gestegen kosten in de bouwsector overheen. In 2023 merkten we vervolgens effecten die bij het opstellen van de begroting voor dit jaar nog geen invloed hadden, zoals de gestegen loonkosten door de nieuwe cao en de internationaliseringsdiscussie. Voor dit jaar hadden we een tekort van 15 miljoen euro begroot, we zitten daar nu 2 miljoen euro onder. We moeten erop sturen om een gezonde financiële situatie te behouden. We hebben een gezonde buffer qua reserves; een appeltje voor de dorst. Maar dat moeten we niet opeten. We moeten dus opletten en bijsturen.’
Wat voor maatregelen zijn dit jaar al genomen?
‘We sturen al actief op het feit dat de basis op orde moet zijn. Op het niveau van de individuele medewerker gaat het bijvoorbeeld om het op tijd schrijven van verlof- en projecturen. Op strategisch niveau betekent het onder meer dat we niet meer extra investeren in Shaping2030. De visie en uitvoering daarvan zijn goed in de lijn beland, dus is er geen extra investering nodig vanuit het strategisch budget. Verder is er kritisch gekeken naar tijdelijke aanstellingen en de werkwijze rondom vacatures; zo zijn we extra scherp naar de noodzaak voor vacatures ter uitbreiding van een team. De studenteninstroom was dit jaar vergelijkbaar met die van september 2022. Bij een lagere instroom moet je goed nadenken over hoeveel docenten je nodig hebt. En hoe minder academische staf, des te minder ondersteunend personeel heb je nodig.’
Heeft de financiële situatie personele gevolgen? Andere universiteiten overwegen bijvoorbeeld ontslagen.
‘Nee, dat is voor ons nu niet aan de orde. We kunnen goed sturen door extra af te wegen of een vacature wel of niet uitgezet mag worden. Bovendien lopen contracten af door bijvoorbeeld een pensioen of andere vormen van natuurlijk verloop. Dat geeft belangrijke regelruimte.’
Maar de boodschap is wel: we moeten op de centen letten?
‘Absoluut. We moeten binnen onze financiële kaders werken. Anders dan de afgelopen jaren zullen we scherpere keuzes moeten maken. Dat betekent dat er soms iets niet doorgaat, soms iets wordt uitgesteld, of dat we soms kiezen voor de goedkope optie. Dat kan soms voor teleurstellingen zorgen. In het LTSH (het meerjarenhuisvestingsplan van de UT, red.) gaat bijvoorbeeld veel geld om. Zo hebben we gekozen voor uitstel van het project van nieuwbouw van faciliteiten op De Es.’
Met het oog op de begroting van 2024, waar wordt op gestuurd?
‘Dit is een gezamenlijk proces van eenheden en het college van bestuur. Er ligt een cruciale rol bij de eenheden, zij gaan het uiteraard in de dagelijkse praktijk uitvoeren. Als CvB kijken we ook naar de strategische kant en de uitgaven. Verder hebben we in het spring memorandum meegegeven dat de diensten elk als kader hebben om een sluitende begroting te overleggen. De faculteiten hebben als taakstelling om het beter te doen dan minus 2 procent afwijking op de eerste geldstroom. Hoe dat er concreet uit komt te zien, daar zijn we momenteel mee bezig met alle eenheden. Dat is een intensief proces dat momenteel loopt en waar de medezeggenschap op een later moment nog een rol in speelt.’
Met in het achterhoofd: de ‘vette jaren’ liggen achter ons?
‘Ik denk dat veel mensen doordrongen zijn van de urgentie van de situatie. En ik geloof ook dat we op deze universiteit ook inventief genoeg zijn om daar goed mee om te gaan. Aan de inkomstenkant hopen we te groeien in de tweede en derde geldstroom. Bovendien staan we qua studentenaantallen absoluut open voor groei. Maar ondertussen begroten we wel realistisch en we passen ons uitgavenpatroon aan op de realiteit.’