In de vorige managementrapportage, met cijfers tot en met augustus, leek de UT af te stevenen op een tekort van 17 miljoen euro. Dat terwijl een tekort van 15 miljoen euro was begroot. Mede door die prognoses besloot het college van bestuur afgelopen oktober fors bij te sturen, met een zwaar financieel maatregelenpakket.
Tekort van 8,7 miljoen euro
De laatste cijfers tonen een ander, positiever beeld: de UT verwacht nu voor 2023 een tekort van zo’n 8,7 miljoen euro te noteren. Dat is grofweg 8 miljoen euro beter dan de cijfers in de managementrapportage tot en met augustus. Volgens directeur Finance Dennis van Zijl komt dat grotendeels door incidentele resultaten die fors hoger uitkomen. ‘Het ligt in onze aard om voorzichtig te zijn. We schatten gaandeweg het jaar de kosten aan de hoge kant in en de baten aan de lagere kant. Daarbij zijn we ook voorzichtig met het inschatten van de meevallers.’
Dat is volgens Van Zijl de reden om in de cijfers tot en met oktober de incidentele meevallers ‘nog kritischer’ op te schrijven. Zo blijken de energiekosten relatief mee te vallen, een meevaller van bijna 4 miljoen euro ten opzichte van de begroting en 1,5 miljoen euro ten opzichte van de augustuscijfers. ‘Er is scherp begroot op de energiekosten, want daar willen we ook stevig op besparen. Maar de energietarieven zijn – gelukkig – gedaald dit jaar. Daarnaast kregen we compensatie van het Rijk.’
Rentestijging en BTW-terugvordering
De rentestijging is ook een financiële meevaller voor de universiteit, vervolgt Van Zijl. ‘We hebben relatief veel geld op de bank staan. Door deze rentestijging verwachten we 3,1 miljoen euro meer rentebaten dan begroot en dat is 1,5 miljoen beter ten opzichte van augustus.’ Ook overlegt de UT met de Belastingdienst over het terugvorderen van BTW tussen de jaren 2016 en 2021, wat naar verwachting 11,1 miljoen euro oplevert; dat bedrag valt 1,1 miljoen hoger uit dan in augustus.
Verder verwacht de UT een bate van 1,1 miljoen euro vanuit de samenwerkingsovereenkomst met de andere technische universiteiten (4TU). Bovendien constateert de directeur Finance dat de ondersteunende diensten ‘voorzichtiger omgingen met het aannemen van nieuwe mensen’, waardoor ook die resultaten positiever uitvallen dan eerder verwacht.
‘Incidenteel, niet structureel’
Het positievere financiële plaatje is geen reden om de aangekondigde financiële maatregelen op te heffen, zegt Van Zijl. ‘Het gaat hier om incidentele resultaten, geen structurele. We hielden met het opstellen van de begroting geen rekening met bijvoorbeeld de rentestijging en de hogere BTW-terugvordering. Ik schrik namelijk wel van het operationeel resultaat (het totale resultaat exclusief de incidentele resultaten, red.), dat komt neer op een tekort van ruim 26 miljoen euro, wat nog wel in lijn is met de begroting van 2023.’
Volgend jaar moet de UT – volgens de kaders van het Spring Memorandum – een operationeel resultaat noteren van hooguit minus 7,5 miljoen euro. Verder wil Van Zijl niet vooruitlopen op de begroting voor 2024.