De UT wil in 2024 een tekort van hooguit 7,5 miljoen euro noteren. Maar die grens is al bijna bereikt, zo blijkt uit de cijfers van MARAP-4, de managementrapportage met gegevens tot en met april. De UT staat daarin al op minus 7,4 miljoen euro.
Drie faculteiten zijn met name debet aan de voorlopige rode cijfers. De faculteit TNW begrootte een tekort van 2,2 miljoen euro, maar stevent af op een tekort van bijna 7 miljoen euro. ITC verwachtte 3,1 miljoen euro in de min te komen, maar dat gaat richting minus 3,6 miljoen euro. Bij de faculteit ET was een tekort van drie ton begroot, maar dat lijkt richting minus 2,8 miljoen euro te gaan. Als de verwachte financiële tegenvaller van het aan ET-gelieerde Fraunhofer Innovation Platform daarbij wordt meegerekend, gaat het totale tekort van de faculteit richting de 4 miljoen euro.
De faculteiten EEMCS en BMS verwachten echter een positief resultaat te noteren. BMS begrootte een tekort van bijna twee ton, maar verwacht een ‘plusje’ van een ton. EEMCS calculeerde een overschot van bijna 1,6 miljoen in en verwacht dat daar zo’n vijf ton van overblijft.
Personeelskosten drukken
Of ze nu rode of zwarte cijfers schrijven, alle vijf faculteiten zeggen moeite te hebben met het drukken van de personeelskosten. ET en TNW verwachten hun personele bezuinigingsdoelstellingen niet te gaan halen, EEMCS maakt 1,5 miljoen euro aan extra kosten vanwege tijdelijk personeel en inzet van meer studentassistenten. BMS en ITC noemen ook het personeelsverloop als oorzaak van financiële tegenvallers. Zo schrijft BMS dat de bezuinigingsdoelstelling niet volledig gehaald kan worden met natuurlijk verloop, het niet vullen van vacatures of het verlengen van contracten.
Wat bovendien een factor is voor de UT-brede rode cijfers op dit moment, zijn de inkomsten uit tweede en derde geldstromen. De UT heeft daarvoor een doelstelling van 133 miljoen euro aan externe inkomsten, maar die stokken naar verwachting op zo’n 125 miljoen euro. Een verschil van 7,8 miljoen euro dus, wat volgens de rapportage vooral te wijten is aan uitstel van de start van projecten.
De ondersteunende diensten zijn vooralsnog beter op koers qua financiële huishouding, zo blijkt uit de rapportage. Praktisch alle diensten noteren zwarte cijfers. Dissonant is Marketing & Communicatie, met een tekort van 6,5 ton. Ook lukt het de diensten beter dan de faculteiten om hun personeelskosten te drukken, zo staat in de rapportage.
Minimumaantal studenten per opleiding
In de rapportage wordt ook concreter op welke manieren de UT de komende jaren wil bezuinigen. Van het eerder geopperde twintigtal ‘building blocks’ worden de ‘big four’ uitgelicht. Die gaan behoorlijk wat voeten in de aarde hebben. Zo wil de UT haar onderwijs anders organiseren. Hoe is nog niet duidelijk, maar er staat wel: ‘Onze studenten krijgen vijftig procent meer begeleiding dan ze in Eindhoven of Delft zouden krijgen. Dat is niet duurzaam.’
Een andere onderwijsdoelstelling is het verhogen van de instroom. Daarbij wordt een concrete vuistregel genoemd: elke bacheloropleiding moet minimaal vijftig studenten instroom hebben per jaar, elke master 25. Ook moet er meer onderzoeksgeld binnengehaald worden: ‘We hebben een universiteitsbrede cultuuromslag nodig om ons meer te richten op het verkrijgen van de juiste externe financiering’, staat in de MARAP.
Daarnaast is er een concrete bezuinigingsdoelstelling om in ondersteunend personeel te krimpen. ‘Gecorrigeerd voor grootte hebben we 15 tot 19% meer OBP dan de TU/e en Delft. Het is moeilijk om deze verschillen uit te leggen aan een buitenstaander’, staat in de rapportage. Eerder werd al bekend dat de UT de komende vier jaar 150 fte in ondersteunend personeel wil krimpen.