Opnieuw gaan meevallers tekort UT verbloemen

| Rense Kuipers

Terwijl de bezuinigingsmaatregelen nog weinig effect sorteren, lijkt het erop dat incidentele financiële meevallers ervoor gaan zorgen dat de UT dit jaar niet te diep in de rode cijfers duikt. Dat wordt bevestigd in de pas verschenen managementrapportage met cijfers tot en met augustus.

Photo by: RIKKERT HARINK

De UT lijkt haar eigen bezuinigingsdoelen dit jaar allesbehalve te gaan halen, zo bleek al uit de cijfers die vicevoorzitter Machteld Roos vorige week deelde met de universiteitsraad. Terwijl een tekort van 7,5 miljoen begroot is, koerst de UT dit jaar af op een tekort van 13,4 miljoen euro.

Op dat moment was de volledige managementrapportage nog niet publiek beschikbaar. Nu wel. Daaruit blijkt dat incidentele meevallers ervoor gaan zorgen dat de UT nog vrij dicht in de buurt gaat komen van het begrote tekort van 7,5 miljoen euro. In de rapportage staan cijfers die variëren van minus 7,7 miljoen euro tot minus 9,1 miljoen euro. Een rooskleuriger beeld van grofweg 6 miljoen euro dus, tussen het zogeheten operationeel resultaat en wat uiteindelijk overblijft.

Meevallers

Dat de UT onderaan de streep een minder zorgwekkend tekort lijkt te gaan noteren dit jaar, komt door miljoenenmeevallers. Eén van de incidentele baten is de niet benutte Matching Horizon Europe middelen 2023. Die middelen zijn gebaseerd op behaalde projectresultaten uit het verleden en zijn bedoeld om nieuwe onderzoeksprojecten te stimuleren. ‘Het liefst gebruiken we die middelen daarvoor’, licht Finance-directeur Dennis van Zijl desgevraagd toe. ‘Maar dat zou dan ook betekenen dat je daarvoor aanvullende uitgaven zou gaan doen. Voor de middelen uit 2023 (zo’n 3 miljoen euro, red.) vinden we dat niet opportuun gezien onze huidige financiële situatie.’

Andere meevallers zijn de rente die de UT krijgt op haar spaargeld – ruim 3 miljoen euro. En de UT kreeg vorig jaar bijna 11 miljoen euro terug van de Belastingdienst. Dat ging om een terugvordering van BTW tussen de jaren 2016 en 2021. Daar ging nog ruim 2 miljoen euro rente overheen, in het voordeel van de UT.

Van Zijl zegt dat de UT zulke incidentele resultaten zo goed mogelijk in beeld probeert te brengen. ‘Bij een organisatie die zo groot is als de onze zie je toch met enige regelmaat dat er aardig wat onverwachte baten en helaas ook lasten zijn. We nemen die mee op het moment dat we zeker weten dat ze gerealiseerd zijn. We willen voorkomen dat we ze achter de hand houden, lastige keuzes maken, en aan het eind van het jaar ineens een veel beter resultaat noteren.’

De UT heeft echter de nodige meevallers gehad de afgelopen jaren. Zowel in 2023 als 2022 zorgden incidentele resultaten voor een fors rooskleuriger financieel beeld van de UT. Het operationeel resultaat – zonder incidentele inkomsten of uitgaven – zag er negatiever uit. Toch laat de UT enigszins verbetering zien met dat operationeel resultaat: vorig jaar was dat bijna 30 miljoen euro in het rood, nu koerst de UT af op een tekort van zo’n 13 miljoen euro.

Weinig effect bezuinigingsmaatregelen

Hoewel het uiteindelijke financiële plaatje mee lijkt te vallen, wordt wel duidelijk dat met name de faculteiten fors rodere cijfers noteren dan begroot. Gezamenlijk verwachten ze een tekort van 15 miljoen euro, terwijl een tekort van 5 miljoen euro was begroot. Alleen de faculteit BMS schrijft ‘zwarte cijfers’. De diensten doen het daarentegen beter dan begroot, ze noteren een gezamenlijk plusje van 1,9 miljoen euro.

Het lukt de UT vooral niet om de bezuinigingsmaatregelen hun effect te laten sorteren, zo blijkt ook uit de managementrapportage. De UT wilde in totaal 12 miljoen euro bezuinigen, dat is vooralsnog slechts 4 miljoen euro. Zo staat geschreven dat het drukken van de personeelslasten niet lukt. Ook blijft het binnenhalen van financiering uit tweede en derde geldstromen achter.

Opvallend is ook dat diensten en faculteiten rapporteren dat ze moeite hebben met het bezuinigen op tijdelijke contracten en de inzet van studentassistenten. Dat zou een besparing van 7 miljoen euro moeten opleveren, maar lijkt hooguit 2 miljoen euro te worden. Ook de set aan acute maatregelen die afgelopen juli werd aangekondigd zet nog weinig zoden aan de dijk, staat in het rapport: ‘Aanzienlijke financiële impact wordt niet eerder dan 2025 verwacht.’

Systemen anders inrichten

Opmerkelijk is de feedback in de rapportage hierover. Daarin staat dat het college van bestuur alle eenheden de taak heeft gegeven om de totale bezuinigingssom van 12 miljoen euro te verwerken in hun begrotingen. Maar, staat er: ‘Niet alle eenheden hebben de bezuinigingen echter specifiek vertaald naar individuele begrotingsposten conform de instructies’.

Bovendien, zo staat in het document, zorgt de inrichting van de financiële administratie en de begrotingsformats ervoor dat er moeizaam gestuurd kan worden op de bezuinigingen. Met andere woorden: er moet bezuinigd worden, maar er wordt niet precies duidelijk wat voor effect het sorteert. Dat wil de UT voor 2025 anders inrichten, zo staat in de rapportage.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.