Hij schreef het opiniestuk samen met de rectoren/collegevoorzitters van de universiteiten van Delft, Eindhoven, Wageningen en Groningen. Volgens hen staat Nederland voor ‘grote maatschappelijke transities in de zorg, energieproductie, voedselvoorziening, klimaat, digitalisering, veiligheid en huisvesting’. 'Ingenieurs spelen daarin een beslissende rol', vinden zij.
De vijf zeggen zich ‘grote zorgen’ te maken ‘dat Nederland dezelfde fout maakt als Denemarken’. Dat land kwam begin november terug op beleid dat het aantal Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs drastisch verminderde, nadat werkgevers hadden geklaagd over het oplopende tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten.
Zo heeft demissionair minister Dijkgraaf een conceptwetsvoorstel klaar dat de instroom van internationale studenten moet regelen, door onder meer scherp te kijken naar de voertaal van bacheloropleidingen. De partij van Pieter Omtzigt, Nieuw Sociaal Contract, wil nog verder gaan door alle opleidingen Nederlandstalig te maken.
‘We doen onze goede reputatie als aantrekkelijke plek voor internationaal talent teniet’
Volgens de rectoren kan Nederland ‘het zich niet veroorloven om technische bacheloropleidingen weer volledig of grotendeels Nederlandstalig te maken’. Nederland kan volgens hen niet zonder internationale studenten techniek, omdat het aantal Nederlandse scholieren met een technisch profiel al jaren daalt.
De vijf rectoren pleiten voor beleid om techniek weer populairder te maken onder Nederlandse scholieren, maar constateren dat er ook dan simpelweg niet genoeg Nederlandse jongeren zijn om de vraag naar ingenieurs te stillen.
De vijf wijzen erop dat van de internationals die in hun studententijd Nederland binnenkomen zeker een kwart de Nederlandse arbeidsmarkt op gaat. 'Deze internationale talenten zijn onmisbaar.'
Alleen al de discussie over het beperken van het Engels in het wetenschappelijk onderwijs leidt volgens de rectoren ‘tot twijfel bij internationaal talent om naar Nederland te komen’ of te blijven. 'Zo doen we in korte tijd onze goede reputatie als aantrekkelijke plek voor internationaal talent teniet, waarna we decennia nodig hebben om dat weer op te bouwen.'
In de Volkskrant zeggen de rectoren en collegevoorzitters zich ook zorgen te maken ‘over forse bezuinigingen op onderwijs en wetenschap, zoals voorgesteld door veel politieke partijen’. Ze wijzen erop dat in de doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau investeringen in de wetenschap alleen als kosten worden gezien en de opbrengsten ongenoemd blijven. 'Hierdoor lijken bezuinigen op onderwijs en wetenschap, zoals voorgesteld door veel partijen misschien een logische keuze, maar zal dit de samenleving uiteindelijk miljarden kosten.'