Voor de faculteit Engineering Technology is een belangrijke rol weggelegd in de samenwerking. Perron038 is namelijk een innovatiecentrum waar het vizier gericht is op de toekomst van de hightech- en maakindustrie. Door de handen gezamenlijk ineen te slaan met genoemde partijen ziet Bart Koopman, decaan van de ET-faculteit, kansen voor zijn faculteit en droomt hij al groter over de toekomst in ‘de Hartstad’, zoals Zwolle ook wel genoemd wordt.
Wordt de student of de universiteit beter van deze samenwerking?
Koopman: ‘Het is een tweerichting. Allereerst bevordert het de doorstroom van studenten. De afstuderende studenten van Windesheim kunnen direct aan de UT een aansluitende master volgen. Een pre-master is in dat geval niet altijd noodzakelijk. Dit project biedt vervolgens voor UT-studenten de kans om direct praktijkervaring op te doen bij Zwolse bedrijven. Dat kan bij vrachtwagenbouwer Scania of productieoplosser Tembo. Zij werken met preciese automatiseringen en met processen die producten op hoge snelheid leveren. Voor onze faculteit aantrekkelijk en de uitgelezen mogelijkheid om daaraan bij te dragen.’
‘We willen met die bedrijven in eerste instantie stages en afstudeeropdrachten ontwikkelen. Studenten komen dan snel in aanraking met onder andere praktische robotica. Daarnaast kunnen zij technische ideeën op het gebied van automatisering testen en uitproberen bij die ondernemingen. Wat zij leren op de opleiding passen ze gelijk toe in de praktijk. Voor UT-studenten, EngD’ers en PhD’ers is werken met techniek in een stimulerende omgeving als Zwolle alleen maar positief. Dat kan ook in Twente, maar met Zwolle erbij bieden we een breder palet. De studenten van Windesheim en de UT zitten ook dichter op het vuur; namelijk de afnemers. Dat verbreedt hun mogelijkheden op een carrière na het afstuderen’, licht de decaan toe.
‘Voor ons als universiteit is netwerken in Zwolle en omgeving een belangrijk aspect. De locatie van dit project vind ik erg belangrijk, omdat de lijn naar de provincie ook korter is. Ook de stap naar Flevoland en Gelderland is kleiner. Tot slot zijn projecten voor de faculteit altijd welkom als ze passen bij onze onderzoeken.’
Wat is zo aantrekkelijk aan Zwolle?
‘Het is een enorme regio en ontwikkelomgeving met grote bedrijven. Een gebied dat alleen maar verder uitbreidt. Zwolle maakt van de Spoorzone een bruisende omgeving. Door onze zichtbaarheid daar te tonen, vergemakkelijkt het de doorstroom van studenten van Windesheim naar de UT. Maar ook vice versa, bijvoorbeeld als iemand op een hogeschool beter op zijn plek is dan op de universiteit. Voor Windesheim zijn wij dé academische partner. Samen trekken we hoogopgeleide mensen naar de regio. Met Windesheim vinden wij de juiste aansluiting en met Perron038 hebben we op technologisch vlak veel gemeen.’
‘De Zwolse ondernemingen krijgen nu voornamelijk instroom van hbo’ers en mbo’ers. Zij willen door middel van dit traject meer academici aantrekken. Dit verhoogt de diversiteit en krikt het niveau omhoog. Academici hebben vaak een andere kijk- en denkwijze dan hbo’ers. Er is meer behoefte aan inzet van AI en nieuwe tools in productieprocessen. Daar willen wij als faculteit natuurlijk aan meedoen, want techniek verandert snel. De combinatie tussen hbo’ers van Windesheim en de academici van de UT zorgt voor variatie en diversiteit.’
Welke rol vervult de UT straks?
‘Kennisoverdracht tussen alle partijen is belangrijk. Daarom moeten wij onze zichtbaarheid tonen in die omgeving. Om die kennisuitwerking tussen docenten en studenten op gang te brengen, willen wij cursussen uitrollen. Dat onderdeel moeten we nog vormgeven.’
‘Zelf ga ik om de zes weken die kant op, maar er is vooral een belangrijke taak weggelegd voor hoogleraar Gerrit Brem. Als hoogleraar Energy & Technology kent hij het gebied en de mensen van Windesheim goed. Namens de UT is hij het gezicht en eerste aanspreekpunt voor studenten en bedrijven. Brem begint 1 oktober officieel en is één dag in de week te vinden in het Zwolse innovatiecentrum. Brem neemt dit werk voor een jaar op zich. Daarna evalueren we de situatie. Door zijn kennis maken we een vliegende start en gaan we de richting op die we graag zien’, duidt Koopman.
Wanneer is er sprake van een succesvol project?
Koopman: ‘Ik zou het prachtig vinden als we een constante doorstroom van projecten en studenten realiseren. Zeker als het project in een stabiel vaarwater komt. Als het goed loopt dan willen we inventariseren of we een relevante minor of master kunnen ontwikkelen. De capaciteit en faciliteiten zijn goed genoeg om dat voor elkaar te krijgen.’
‘De samenwerking die wij hebben met de VU in Amsterdam – die al zes jaar bestaat - is een goed voorbeeld van een succesvolle samenwerking. En omdat Zwolle halverwege Amsterdam en Twente ligt, denk ik dat we de VU in de toekomst bij deze samenwerking betrekken. Ik verwacht dat zij hier positief naar kijken. Ik weet dat het groot dromen is, maar je moet eigen ambities durven uit te spreken om te groeien’, aldus Koopman.