Minister beantwoordt Kamervragen over bezuinigingen UT

| Stan Waning

Onderwijsminister Eppo Bruins ging woensdag in op Kamervragen van Jan Paternotte (D66), die onlangs zijn zorgen uitsprak over de bezuinigingen op de UT. De minister hamert op de autonomie van de UT, maar wijst ook op een uitzonderingspositie voor anderstalig onderwijs.

Photo by: Martijn Beekman
Minister Bruins.

Aanleiding voor de vragen van het D66-Kamerlid was het artikel van U-Today van 10 juli, getiteld ‘UT grijpt rigoureus in, mogelijk ruim 500 banen op de tocht’. Paternotte vroeg de minister of hij de ontwikkelingen wenselijk vindt en hoe hij ervoor gaat zorgen dat ook kleine opleidingen behouden worden. Andere zorgen van Paternotte richtten zich op het effect van de bezuinigingen op UT-onderzoeksgebieden, en op de gevolgen voor de economie, banen en bedrijvigheid in de regio.

Autonomie

Bruins erkent dat de bezuinigingen ‘weerslag hebben op en binnen de instellingen. Dit doet uiteraard pijn en als instellingen daar bezorgd over zijn, dan begrijp ik dat goed.’ Tegelijkertijd wijst Bruins op de autonomie van de UT. ‘Hoe de onderwijsinstellingen het onderwijs en onderzoek op hun instelling precies vormgeven, valt onder hun autonomie.’

Volgens Bruins is het nog te vroeg om ervan uit te gaan dat kleine opleidingen verdwijnen. ‘Indien het gaat om een opleiding met een grote maatschappelijke relevantie, dan is behoud belangrijk. Ik zie het als landelijke verantwoordelijkheid van de instellingen gezamenlijk om te bezien hoe zij het onderwijs in het betreffende vakgebied behouden.’

Doelmatigheidstoets

Paternotte vroeg de minister ook naar de mogelijkheden van de UT om de positie in de regio te behouden. Immers: de studentenaantallen stagneren, de regio vergrijst en steeds minder leerlingen kiezen voor een NT-profiel, waardoor internationale instroom van groot belang is voor de UT. Volgens Bruins maakt de UT nog altijd aanspraak op een uitzonderingspositie in de uitkomst van de Wet Internationalisering in Balans. ‘Via een doelmatigheidstoets voor anderstalig onderwijs kan de UT toestemming krijgen om af te wijken van de norm, mits zij voldoet aan specifieke criteria.’

Voorbeelden van die criteria zijn regionale omstandigheden of de stand van de arbeidsmarkt. Voor instellingen in grensregio's, zoals de UT, kan deze toets ruimte bieden. ‘Indien een instelling kan aantonen dat anderstalig onderwijs bijdraagt aan de regionale ontwikkeling, kan zij zich beroepen op het regio-criterium binnen de toets.’

Bruins geeft aan dat instellingen zich ook kunnen beroepen op het arbeidsmarktcriterium, gericht op opleidingen die inspelen op beroepsgroepen met grote tekorten, zoals ICT- en technische opleidingen. ‘Al betekent dit niet dat alle techniekopleidingen automatisch in een andere taal aangeboden mogen worden.’

De minister gaat niet concreet in op het mogelijke effect dat de langstudeerboete zal hebben op de Student Union en het aanbod van sport en cultuur voor UT-studenten. ‘We kijken in brede zin naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan. Ik kan op dit moment nog niet aangeven wat de concrete effecten van de langstudeermaatregel zijn.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.