Promovendi werken in de regel vier jaar lang aan hun onderzoek, om daarna met een doctorstitel hun verdere, al dan niet academische carrière tegemoet te gaan. Volgens Kohlen is het bezoeken van conferenties daarbij cruciaal. ‘PhD-kandidaten presenteren hun werk, doen ideeën op en leggen contacten die vaak leiden tot nieuwe samenwerkingen. Dit netwerk is een cruciaal resultaat van een goede PhD-periode. Daarnaast is binnen sommige vakgebieden een conferentie zelfs de belangrijkste manier om te publiceren. Door de bezuinigingen hebben veel PhD-kandidaten echter geen toegang meer tot reisbudgetten, wat betekent dat zij deze netwerkmogelijkheden missen.’
Reiskosten
Kohlen zegt dat P-NUT nu vreest dat promovendi die vier jaar onderzoek doen, geen netwerk kunnen opbouwen voor de volgende stap in hun academische loopbaan. Er is volgens hem namelijk een aanzienlijke groep PhD-kandidaten met een aanstelling zonder inbegrepen reiskosten. ‘Soms hebben ze mondeling de belofte gekregen dat ze mogen reizen op vakgroepbudget, maar nu de UT eist dat alle faculteiten bezuinigen, is het afhankelijk van waar je promoveert of je nog de nodige conferenties kunt bezoeken. De inzichten en vooral het netwerk dat je daar opdoet is essentieel, en zeker niet te vervangen met iets als videogesprekken.’
Onderwijsondersteuning
Een ander vlak waarop de UT-bezuinigingen promovendi raakt, is het ondersteunen bij bachelor- en masteronderwijs. De UT stopt met de inzet van studentassistenten, wat betekent dat ondersteuning elders gevonden moet worden. Het helpen bij onderwijs is volgens Kohlen een nuttig onderdeel van een PhD-aanstelling, maar moet wel binnen de perken blijven. ‘Volgens de PhD-charter mag onderwijs niet meer dan twintig procent van je tijd kosten. Het is belangrijk dat die grens gehandhaafd blijft, en daar willen we begeleiders ook toe oproepen.’
Door de bezuinigingen op studentassistenten zijn er echter zorgen dat PhD-kandidaten vaker worden ingezet om dit tekort op te vangen. ‘In mijn vakgroep is bijvoorbeeld ook een aanzienlijk deel van de TA-uren geschrapt. Daardoor moesten we lesstof schrappen, en is een deel van de werkdruk opgevangen door promovendi, waarbij er goede afspraken zijn gemaakt om de 20%-regel te bewaken.’
Toch maakt P-NUT zich zorgen. ‘We vrezen dat door het wegvallen van TA's, promovendi in sommige gevallen meer tijd aan onderwijs moeten besteden dan is toegestaan. Hoewel onderwijservaring nuttig kan zijn voor je ontwikkeling, blijft onderzoek onze prioriteit hebben. We benadrukken daarom het belang van duidelijke afspraken. Voor conflicten zijn er binnen de UT gelukkig goede kanalen, zoals de PhD-charter en een ombudsman. Als P-NUT organiseren we ook activiteiten rond dit thema, zoals laatst een Know your rights-sessie.’
Inclusiviteit en diversiteit
Naast het organiseren van activiteiten rond rechten en ondersteuning, zoals de Know your rights sessies, maakt P-NUT zich ook zorgen over de toekomst van evenementen gericht op inclusiviteit en diversiteit. ‘Als netwerk bieden we een platform waar leden met gedeelde interesses samenkomen. Zo hebben we bijvoorbeeld een groep die zich richt op neurodiversiteit en interessante bijeenkomsten organiseert, zoals een Mind of all Kinds event. Deze activiteiten worden mogelijk gemaakt door specifieke budgetten die nu onder druk staan. ‘De HR-werkgroep voor neurodiversiteit dreigt te worden stopgezet, en dat zou een groot verlies zijn voor onze leden. We roepen de UT daarom op om deze belangrijke budgetten te behouden, zodat inclusieve en ondersteunende activiteiten kunnen blijven bestaan binnen de PhD-gemeenschap’, aldus Kohlen.
Pechgeneratie
De bezuinigingen hebben dus impact op de PhD-kandidaten, vooral op degenen die recent zijn begonnen. ‘Hoewel ik geen signalen heb opgevangen dat mensen overwegen te stoppen vanwege de financiële situatie, maakt men zich wel zorgen over de toekomst’, zegt Kohlen. Als vierdejaars PhD'er merkt hij dat sommige nieuwkomers zichzelf al als de 'pechgeneratie' zien. ‘Ze zeggen dan: ‘Jij bent bijna klaar en hebt nog de goede tijd gehad’.’
Daarnaast vreest P-NUT dat de maatregelen potentiële promovendi afschrikken. ‘We zijn bang dat (master)studenten Nederlandse universiteiten, en in het bijzonder de UT, links laten liggen door deze ontwikkelingen. Voor internationale kandidaten, die een Engelstalige PhD willen doen, worden universiteiten in andere landen aantrekkelijker. Dat is nadelig voor de UT, want een grotere vijver van talent is natuurlijk altijd beter voor de universiteit.’