De Nederlandse belangen moeten vooropstaan bij ontwikkelingshulp, is de lijn van een brief die PVV-minister van Buitenlandse Zaken Reinette Klever aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. ‘We stoppen op termijn met projecten gericht op gendergelijkheid, beroeps- en hoger onderwijs, en sport en cultuur’, aldus de minister.
Zoiets was al aangekondigd in het regeerprogramma: ‘Binnen ontwikkelingshulp zal het kabinet inzetten op thema’s waarbij Nederland aanzien en belang heeft, zoals watermanagement en voedselzekerheid.’ Bij ontwikkelingshulp met onderwijs en onderzoek heeft Nederland kennelijk minder belang, in de ogen van dit kabinet.
Binnen de begroting voor ontwikkelingshulp was het budget voor onderwijs zo’n 70 miljoen euro per jaar. Dat geld verdwijnt helemaal. Er komt bijvoorbeeld geen ‘langjarig beroeps- en hoger onderwijsprogramma in Afrika, inclusief beurzenprogramma’, schrijft Klever. Het vorige kabinet had zo’n programma aangekondigd.
Orange Knowledge
De nieuwe koers van het kabinet laat zich al voelen. Bij Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, is na zeven jaar het zogeheten Orange Knowledge Program geschrapt.
Het programma verstrekte bijna 10.200 studie- en onderzoeksbeurzen, maar verzorgde ook trainingen en samenwerkingsprojecten. Het was actief in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. Het ging bijvoorbeeld om voedselveiligheid, de rechtsstaat, seksuele gezondheid en water.
Ambassadeurs
Het verdwijnen van deze beurzen heeft onder meer gevolgen voor het ISS (International Institute of Social Studies) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar veel studenten uit ontwikkelingslanden naartoe kwamen. Het aantal studenten halveert er van zo’n 150 naar 75.
Ruard Ganzevoort, rector van dit instituut en tot voor kort senator van GroenLinks, meent dat de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking het Nederlandse belang ondermijnen. Dankzij zulke onderwijsprogramma’s krijgt Nederland ambassadeurs over de hele wereld, zegt hij. ‘En daar zetten we nu het mes in.’
Het ISS kijkt of het andere groepen studenten kan trekken, die het zelf kunnen betalen of bijvoorbeeld een beurs uit eigen land krijgen. Maar met name studenten uit Afrika vallen nu weg, terwijl het kabinet juist meer zaken wil doen met Afrikaanse landen. Ganzevoort: ‘Nederlandse bedrijven hebben daar goed opgeleide werknemers nodig. Als ze hier hebben gestudeerd, weten ze ook beter hoe Nederlanders denken.’
Faculteit ITC zag bezuinigingsklap aankomen
De ITC-faculteit van de UT zag de bezuinigingsklap al sinds Prinsjesdag aankomen. Grofweg krijgt de faculteit vanaf 2026 per jaar 3 miljoen euro minder beschikbaar, zo berekende decaan Freek van der Meer toentertijd. Momenteel onderzoekt de faculteit wat die bezuinigingsopgave concreet gaat betekenen voor de eigen financiële huishouding en bedrijfsvoering. Deze bezuiniging is volgens Van der Meer dan ook een 'bevestiging van wat al hadden zien aankomen'.
Dat de focus van minister Klever vooral op het belang van Nederland gericht is, staat in ieder geval haaks op de missie van de faculteit ITC. ‘Als je kijkt naar de gehele migratiediscussie in Den Haag: migratie begint niet bij de grens', zei Van der Meer eerder. 'Goed onderwijs is de basis voor stabiliteit en economische groei in een regio. In alle bescheidenheid, dat is precies waar wij een bijdrage aan leveren.’
Reorganisatie
Ook in Wageningen vallen er klappen. Een onderzoeksgroep voor innovatie in de ontwikkelingshulp, waar zo’n tachtig mensen werken, is al bezig met een reorganisatie, vertelt onderzoeker Bart de Steenhuijsen Piters. ‘Een enorm deel van de financiering is weggevallen.’ Een aanzienlijk aantal medewerkers moet vertrekken of iets anders gaan doen, tijdelijke contracten worden niet verlengd.
De Steenhuijsen Piters noemde de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking eerder een tragische, gemiste kans. Ontwikkelingshulp is een prooi voor bezuinigingen geworden door kritiek van politiek links en rechts. ‘Uit rechtse hoek werd gezegd dat de hulp niet effectief was, allemaal weggegooid geld dat beter voor binnenlandse doelen had kunnen worden gebruikt. Uit linkse hoek hoorde je dat het eigenbelang overheerste en de hulp postkoloniaal was doordat we onze agenda doordrukten en er onze economische belangen mee veilig wilden stellen.’
Honderden studenten
Ook andere universiteiten doen onderzoek naar ontwikkelingshulp (of -samenwerking). In Nijmegen bijvoorbeeld is net een nieuwe hoogleraar anthropology and development studies benoemd, die per 1 maart van start gaat. Hij komt van de Universiteit van Amsterdam, waar zulk onderzoek dus ook een plaats heeft.
Er zijn in Nederland zo’n 1.600 wo-bachelorstudenten culturele antropologie & ontwikkelingssociologie (aan de twee Amsterdamse universiteiten, Nijmegen, Leiden en Utrecht) plus 244 studenten internationale ontwikkelingsstudies in Wageningen. Aan de hogeschool Van Hall Larenstein is er een opleiding international development management. Het is afwachten wat de bezuiniging van het kabinet met de populariteit van deze opleidingen doet.