Het tuchtcollege in Zwolle behandelde vorige week een klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen de campushuisarts (59). De arts verzuimde eerste hulp te bieden toen zijn overbuurman een hartinfarct had. Hij adviseerde 112 te bellen en is vervolgens zelf naar zijn spreekuur gegaan. De inspectie verwijt de arts verder structureel tekort te schieten in zijn zorg als huisarts doordat hij slecht communiceert met zijn patiënten. Hij wordt beschuldigd van een arrogante houding en het plaatsen van misplaatste opmerkingen, waardoor van een vertrouwensband geen sprake kan zijn. Het tuchtcollege verklaarde deze klachten gegrond en bepaalde dat de huisarts uit het BIG-register moet worden gehaald en dat hij zich hierin ook niet opnieuw kan inschrijven.
De huisarts werkte vanaf september 2009 vier dagen in de week op de campus. Tot wanneer hij werkzaam is geweest, is niet duidelijk. Ook is onbekend wat deze uitspraak betekent voor de campuspraktijk. Praktijkmanager Paul Drost was woensdag niet bereikbaar voor commentaar. In de uitspraak van het tuchtcollege staat dat de praktijkmanager in een brief heeft verklaard dat de huisarts ‘naar volle tevredenheid, normaal en met grote persoonlijke inzet zijn beroep uitoefent en dat de patiënten zich tevreden uitlaten over zijn werkwijze’.
Er zijn eerder klachten ingediend tegen deze huisarts. In 1998 werden bij hem psychiatrische problemen vastgesteld en een paar jaar later ook een persoonlijkheidsstoornis. Hij zegt zelf inmiddels twee jaar klachtenvrij te zijn. Volgens het tuchtcollege is dat feit echter onvoldoende om aan te nemen dat de arts zijn professionele houding heeft kunnen verbeteren.
De huisarts heeft zes weken om tegen de beslissing van het tuchtcollege in beroep te gaan.