Er werken steeds meer vrouwelijke hoogleraren aan de UT, en ook het aandeel vrouwen in andere hoge functies neemt toe. Het leverde de UT vandaag een pluim op van de commissie Talent naar de Top, een initiatief van werkgevers- en werknemersorganisaties en de Rijksoverheid.
De UT is een ‘aansprekend voorbeeld’, schrijft de commissie Talent naar de Top in hun jaarlijkse monitor. De universiteit maakt duidelijke plannen om meer vrouwen de carrièreladder op te krijgen, en trekt daar geld voor uit. Dat blijkt te werken: het aandeel vrouwelijke hoogleraren is vorig jaar gestegen tot iets meer dan dertien procent. Van het niet wetenschappelijk personeel is op leidinggevende posities bijna dertig procent vrouw.
Andere universiteiten scoren eigenlijk hoger, aan de Rijksuniversiteit Groningen is bijvoorbeeld negentien procent van de hoogleraren vrouw. 'Maar sommige universiteiten hebben van oudsher al meer vrouwelijke wetenschappers', legt onderzoeker Annemieke van Beek uit. 'De UT vinden wij een goed voorbeeld, omdat het beleid heel duidelijk gericht is op meer vrouwen aan de top en omdat dit beleid werkt.'
Gat in loopbaan
De instelling heeft bijvoorbeeld fondsen in het leven geroepen voor vrouwelijke wetenschappers, vertelt Annemarie Ridder, coördinator van het Twentse diversiteitsbeleid. 'Vrouwen hebben vaker dan mannen een gat in hun loopbaan. Om dit te verhelpen kunnen ze extra geld aanvragen om een tijdje naar het buitenland te gaan of om meer artikelen te schrijven.'
De UT mag vanmiddag dan een prijs mee naar huis nemen, de hele sector ‘onderwijs en onderzoek’ doet het volgens onderzoeker Van Beek opvallend slecht. 'De prestaties zijn echt ondermaats, terwijl je toch zou verwachten dat het onderwijs een voorloper is.' In de advocatuur staan bijvoorbeeld meer vrouwen aan top, net als bij woningcorporaties, in de gezondheidszorg of bij de overheid.