Uitgevers verdienen miljoenen aan de abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften, maar wetenschappers doen vrijwel al het werk: ze schrijven de artikelen, beoordelen hun collega’s, vormen de redactie... En dan moeten ze ook nog eens betalen om het tijdschrift te mogen lezen.
Moeizame gesprekken
‘Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?’, verzucht Gerard Meijer, voorzitter van de Radboud Universiteit. Namens de Nederlandse universiteiten voert hij de onderhandelingen met uitgeverij Elsevier over de abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften. En die gesprekken lopen moeizaam.
Ze gaan over de abonnementstarieven en over de toegankelijkheid van de artikelen. De universiteiten willen de overstap naar open access maken, waarin wetenschappelijke artikelen voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Waarom zouden geïnteresseerden moeten betalen voor de uitkomsten van publiek gefinancierd onderzoek, is de gedachte.
U dreigde vorige week met een boycot van Elsevier. Helpt dat?
‘We hebben wetenschappers gevraagd: zijn jullie bereid het werk bij Elsevier neer te leggen als die de universiteiten niet tegemoetkomt? We zullen nooit zeggen dat ze ertoe verplicht zijn.’
In Wageningen wilde maar de helft van alle wetenschappers eraan meedoen.
‘De bereidwilligheid verschilt per universiteit, ook omdat niet iedereen even goed op de hoogte is. Bij mijn universiteit was het tachtig procent. Het is een goed signaal dat zoveel wetenschappers hun functie bij Elsevier willen neerleggen. Sommige hebben het zelfs al gedaan.’
Heeft u Elsevier sindsdien al gesproken?
‘Vanmiddag praten we verder. We houden een brainstorm meeting om te kijken welke modellen we nog kunnen onderzoeken en gaan proberen om out of the box te denken.’
Maakt het internet de tijdschriften niet overbodig?
‘Internet maakt het inderdaad heel eenvoudig om wetenschappelijke informatie te delen. Het heeft de wereld van de muziek en fotografie al ingrijpend veranderd en velen gingen er vanuit dat er ook in de wetenschap spoedig een omslag zou komen. Tien jaar geleden dachten we dat het heel snel zou gaan. Dat is niet gebeurd, maar de ontwikkeling is duidelijk: we gaan steeds meer richting open access, de vraag is alleen hoe lang het duurt.’
In de exacte wetenschappen gebeurt het eigenlijk al.
‘De exacte wetenschappen hebben daar arXiv voor, een plek waar iedereen zijn artikelen neerzet voordat ze naar tijdschriften gaan. Je ziet aan arXiv ook dat je alternatieve vormen van peer review kunt organiseren. Als het artikel niet goed is, blijkt dat binnen een paar dagen. En als het heel goed is ook.’
Dus waarvoor dienen die tijdschriften nog?
‘Uitgeven is onze expertise niet. Uitgevers hebben een wereldwijd netwerk van reviewers en begeleiden het proces van peer review. Dat is hun schat, dat kun je niet zomaar kopiëren. Je ziet het ene na het andere Aziatische open access-tijdschrift opduiken. Je betaalt bij open access voor de publicatie van artikelen, en niet voor het lezen. Maar de kwaliteit moet natuurlijk wel op orde zijn. Daarvoor is een goed systeem van peer review vereist.’
Wat gebeurt er als de onderhandelingen vastlopen?
‘Met diverse uitgevers zijn al overeenkomsten gesloten. Als Elsevier dat uiteindelijk niet wil, lopen de abonnementen per 31 december af. Wetenschappers hebben dan via hun bibliotheek geen toegang meer tot nieuwe artikelen in Elsevier-tijdschriften. Wel houden de universiteiten dan geld over om zelf te investeren in open access. Elsevier wil niet dat we het exacte bedrag noemen, maar het gaat om miljoenen euro’s.’